Gisteren de eerste trainer van Groene Uilen tegen het lijf gelopen. In 1957 begon Dolf van Teerns als jonge trainer bij de ACLO. Bijna 50 jaar geleden. (dat is dus vóór mijn geboorte, om even de peilloze grijsschaal van dit verleden aan te geven...) Uilen is net in dat jaar opgericht. Daarnaast trainde hij de teams van Donar (Vindicat), Vera (gristelijk) en Albertus (toen ook al "katholiek"). Als je niks was kon je bij Unitas en heette je Groene Uil. (Op de basketbalvloer (groenteveiling, Korenbeurs) maakte je gezindheid, zoals wij allen weten, niet zoveel uit. Na de periode van Teerns gingen Vera en Albertus dan ook samen in de Eerste Nederlandse Oecomenische Sportverening, die later weer op ging in de Groene Uilen)
Enfin, van Teerns kreeg een echte baan in het echte leven en bleef nog heel lang actief in de landelijke commisie van Beroep van de NBB.
Waarom ik hier een stukje over schrijf, is vooral echter, dat we het zo eens waren over hoe het spelletje gespeeld hoort te worden. Net als ik kan hij ook niet echt genieten van het spel van wat hij, net als ik, hardnekkig Donar blijft noemen. Er wordt wel gewerkt, maar te weinig gespeeld, zijn we het eens. We missen, eensgezind, goed aanvallend voetenwerk.
Mooi basketball is goed basketball. Het daarover eens zijn is ook mooi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten