Wanneer is een team een topsportteam?
Binnen de faculteit van de sport aan onze universiteit/hogeschool zijn we het daar niet over eens.
In tijden van overvloed aan trainingsmiddelen, studieduur en vrije tijd, hanteerden we (en bij "ons" hoorde toen ook iemand als Joop Alberda) de stelregel dat je dan ca 7 uur per week met de sport bezig moest zijn. Donar was topsport: als studententeam in de eredivisie trainden die 3 keer in de week 1,5 uur plus wedstrijd. Als Nationale Nederlanden Donar gingen ze naar 4 x per week.
Tegenwoordig is dat wat verschoven: mijn meiden trainen ook drie keer per week 1,5 uur, doen aan krachttraining, geven training en coachen lagere teams of zitten in bestuur of commissie: tenminste 8 uur per week direct betrokken bij hun (top)sport. Daarnaast moeten ze het hele land door reizen, om vervolgens op een zaterdagavond in het allerminst bruisende Hoofddorp een alleszins bruisende pot te spelen en te winnen. Twee-en-eenhalf uur heen en terug + twee uur spelen + omkleden = nog eens 8 uur. Een topsporter moet ook perse na zo'n trip met de benen omhoog voor een groot deel van de zondag. De spelers van Donar hebben een contract, bij ons heet dat gewoon een spelerskaart. Dus ze betalen contributie en ACLOkaart dus tel daar nog maar wat gesleep in werkacties en gesjouw om sponsors af te lopen om al dat gereis te betalen bij en een week aan sport met uitwedstrijd is gerust 20 uur.
Je hebt ook een helweek zoals deze, waar we nu in zitten: drie wedstrijden in één week, waarvan die van dinsdag (!) 20.00 in Maassluis (bijna Engeland....) wel duidelijk maakt dat in elk geval de BasketballBond je wél als topsportploeg beschouwt....
En ondertussen zijn er gewoon wel stages, verplichte colleges, coschappen en tentamenweken. Ouders bezoeken, feestjes, vrienden... alles wat niet direct om sport of studie heen zit kun je wel vergeten.
En dan hoor je dus bij de beste 10 teams van Nederland in je eigen tak van sport, je bent het enige vrouwen team op enig niveau in Noord Nederland en dan is het oordeel van sommigen nog, dat je eigenlijk niet goed genoeg bent. Niet goed genoeg voor ondersteuning vanuit het profileringsfonds van een van beide hoger onderwijsorganisaties. Niet interessant genoeg voor sponsors of krant ook.
In mijn boekje is het wél topsport. En de meiden van mijn topteam gelukkig ook. Er moet wel iets tegenover staan.... we regelen het zelf wel; dus we staan er gewoon weer, in Maassluis, dinsdag. Toppers.
Ervaringenbank van Kaj Reker, o.a. basketballcoach. MOJO, NOJO, Ubuntu En wat verder voorbijkomt.
zondag, februari 08, 2015
zondag, februari 01, 2015
streak met accent
Je doet het perfect of je doet het niet! Een 10- is ook een onvoldoende! Only perfect practice makes perfect! De boog moet altijd gespannen staan! Ik geef altijd 110%! Je hoort dat soort kreten wel eens voorbijkomen.
Perfectionisme, het idee dat iets foutloos moet zijn en dat het anders niet goed is, kreeg je in de sport vroeger eigenlijk altijd wel mee. Bij mij veranderde er iets toen ik las over een goeie jongleur die er in slaagde om zeven ballen in de lucht te houden. Natuurlijk was hem dat niet aan komen waaien; dat had hij geleerd door veel te laten vallen. (boven een tafel, dat scheelt bukken) De jongleur beschreef zijn eigen drang naar beter jongleren, het meester worden over de ballen: "Perfectioneren van jongleren met 7 ballen vormt voor mij geen prikkel meer. Dan ga ik liever met 8 aan de gang of met het invoegen van andere voorwerpen: fakkels, appels, knuffels. Perfect is dood; ik wil verder." Het word "comfortzone" bestond nog niet, gelukkig.
Epke gaat straks voor vijfvoudig. Een hogere moeilijkheidsgraad levert meer op dan een 10. Basketballen is een onvergelijkbare grootheid in alle complexiteit en groei als speler heeft veel verschijningsvormen. Soms is simpeler beter, soms is meer keuze hebben een kwelling: essentieel is en blijft fouten maken. En dat dan het liefst op een hoog niveau. Falen bestaat niet; alles is feedback. Wat geeft een misser onder vrienden nou helemaal?
We bakken dat in, op de training. Als wij schieten, dan hanteren we de "accentregel": 7 "achter elkaar maken" maar dan mag er steeds best eentje tussendoor mis. Twee missers in a row betekent dan wel terug naar nul. We hopen dat dan gevoelsmatig het accent op het ritme van het schot en de uitvoering komt te liggen en dat het resultaat daaruit juist volgt. Op het schieten en niet op het maken.
Om ook een mooi schot te krijgen met een goede aanvliegroute, belonen we dan een "swish" (ringloos) met twee punten. "Ringloos = dubbel".
Eigenlijk is het schieten weer een metafoor voor iets groters, bedacht de andere helft van onze coaching staff: onze reguliere streak in de promotiedivisie was vorige week dan gestopt tegen US op zeven maar als het bij één misser tussendoor blijft, dan is de streak volgens het principe hierboven toch nog intact? We gaan zo door, lijkt me. Verder.
En misschien is een buffeloverwinning zoals zaterdag op een team als Baros (73-60) dat ook aanspraak maakt op een top vier klassering zelfs wel ringloos en dus dubbel.....?
Perfectionisme, het idee dat iets foutloos moet zijn en dat het anders niet goed is, kreeg je in de sport vroeger eigenlijk altijd wel mee. Bij mij veranderde er iets toen ik las over een goeie jongleur die er in slaagde om zeven ballen in de lucht te houden. Natuurlijk was hem dat niet aan komen waaien; dat had hij geleerd door veel te laten vallen. (boven een tafel, dat scheelt bukken) De jongleur beschreef zijn eigen drang naar beter jongleren, het meester worden over de ballen: "Perfectioneren van jongleren met 7 ballen vormt voor mij geen prikkel meer. Dan ga ik liever met 8 aan de gang of met het invoegen van andere voorwerpen: fakkels, appels, knuffels. Perfect is dood; ik wil verder." Het word "comfortzone" bestond nog niet, gelukkig.
Epke gaat straks voor vijfvoudig. Een hogere moeilijkheidsgraad levert meer op dan een 10. Basketballen is een onvergelijkbare grootheid in alle complexiteit en groei als speler heeft veel verschijningsvormen. Soms is simpeler beter, soms is meer keuze hebben een kwelling: essentieel is en blijft fouten maken. En dat dan het liefst op een hoog niveau. Falen bestaat niet; alles is feedback. Wat geeft een misser onder vrienden nou helemaal?
We bakken dat in, op de training. Als wij schieten, dan hanteren we de "accentregel": 7 "achter elkaar maken" maar dan mag er steeds best eentje tussendoor mis. Twee missers in a row betekent dan wel terug naar nul. We hopen dat dan gevoelsmatig het accent op het ritme van het schot en de uitvoering komt te liggen en dat het resultaat daaruit juist volgt. Op het schieten en niet op het maken.
Om ook een mooi schot te krijgen met een goede aanvliegroute, belonen we dan een "swish" (ringloos) met twee punten. "Ringloos = dubbel".
Eigenlijk is het schieten weer een metafoor voor iets groters, bedacht de andere helft van onze coaching staff: onze reguliere streak in de promotiedivisie was vorige week dan gestopt tegen US op zeven maar als het bij één misser tussendoor blijft, dan is de streak volgens het principe hierboven toch nog intact? We gaan zo door, lijkt me. Verder.
En misschien is een buffeloverwinning zoals zaterdag op een team als Baros (73-60) dat ook aanspraak maakt op een top vier klassering zelfs wel ringloos en dus dubbel.....?
Abonneren op:
Posts (Atom)