maandag, mei 23, 2016

After the Championship..

.... is before the Championship.
Zo sta je kletsnat van een emmer bloemenwater te lachen met een bloemetje in je hand en zo gaat het leven weer verder.
Leuk is om nu even te analyseren hoe het zo ver heeft kunnen komen. Achteraf zijn we daar allemaal helderziende in: Onze belangrijkste tegenstander, behalve Baros natuurlijk, is  Cangoeroes geweest. Achteraf is dat volkomen duidelijk!  De twee verliespotten in de eerste competitiehelft hebben niet alleen tot specifieke verbeteringen geleid (na de tweede wedstrijd tegen de Utrechtsen, een double-overtime thuisnederlaag in december, stonden we op 5 gewonnen 5 verloren - daarna hebben we 11-3 gescoord in de eigen competitie. Misschien nog wel belangrijker was het belang van alle wedstrijden die volgden: In de laatste twee maanden stond er zoveel druk op de wedstrijden dat we vanzelf ook met grote urgentie en scherpte getraind hebben en als team grote stappen hebben gemaakt. Hadden we, net als de andere topteams in de competitie, de volle buit gehaald tegen Cangoeroes, dan waren we veel eerder zeker geweest van de final 4 en zodoende misschien wel in slaap gesust.
Achteraf voorspellen is niet zo moeilijk. We zien wel hoe de mier op dat speciale boomblad gekomen moet zijn. Dat is wel logisch. Maar waarom op dat blad?
Maar in elk geval stonden we daar op een mooie zaterdag blij te zijn met die beker in Zwolle.
En net zoals we na elke wedstrijd weer naar voren kijken en door gaan met leven, ("hout hakken, water halen", zeggen de indianen) zo doen we dat nu ook: ons wachten de volgende kampioenschappen. De GNSK in Groningen in juni, de Europese Studenten Kampioenschappen in Zagreb in juli... en dan begint de cyclus weer opnieuw.
En gaan we dan echt promoveren naar de eredivisie? Ja hoor, als Baros, Das, Almonte en US ook mee gaan, dan willen we dat best. Maar de voordelen voor wie dan ook, om als enige promovendus, na een jaar kanonnenvoer te zijn geweest, vervolgens failliet te gaan aan de extra kosten, die zie ik niet zo. En heeft de promotiedivisie haar naam geen eer aangedaan als promotie voor het basketball?

zondag, mei 08, 2016

Uilenspeaker uit Delft

Bij onze laatste thuiswedstrijd van het seizoen, hadden we een speaker uit Delft. DE speaker uit Delft, eigenlijk. Wat maakt dat uit, zul je zeggen. Nou,
wel iets. Als ik u even mee mag nemen:

Teamontwikkeling doorloopt fasen. Vorig seizoen hadden we een klein team dat heel erg op elkaar was aangewezen en ingespeeld en op een gegeven moment zelfs bij wijze van spreken de biologische klok gelijk had lopen. Echt een van mijn beste teams, als team, ooit. We kwamen van ver en we kwamen ook ver, al haalden we "Zwolle" net niet.
Toch ga ik nu zeggen dat we nu, mei 2016, nog een klein beetje verder zijn: als fase 1 los zand is en in fase 2 op een aantal vlakken redelijk wordt samengewerkt, dan zaten we vorig jaar beslist in fase 3. Behoorlijk hecht door het hele team heen, gezamenlijke doelen helder, veel voor elkaar over en een duidelijk beeld van de tegenstand.
Aan het begin van het seizoen dachten we dan ook best snel de volgende stap te kunnen maken maar we kwamen toch een beetje bedrogen uit. Dat sterke gevoel van eenheid en elkaar echt graag mogen, blijkt dan ook een keerzijde te hebben: Een team in fase 3 heeft moeite met mensen van buiten en daar kwamen er een paar van. nieuwe speelsters. Ook echte basketballers, ook gedreven en net zo bereid tot offers aan het gezamenlijke doel, maar toch: van buiten de teamvesting, van buiten de eenheid. En natuurlijk zag het team de voordelen van fris en van meer en natuurlijk wilden ze die nieuwen binnenhalen in de Mojo, die al zo puik was. Maar zo natuurlijk gaat dat niet. De andere achterkant van het gelijk was het graag mogen. Voor mensen die je graag mag, wil je alleen het beste en als het eens anders gaat dan bedoeld, accepteer je dat ook. Dat is mooi maar het staat ook de kritiek in de weg die je nodig hebt om van goed naar beter te gaan. In fase 3 doe je dat niet zo maar. Dat was nog niet zo makkelijk, dus, die volgende stap.
Onder druk wordt alles vloeibaar. Gedurende de bijna eindeloze serie van finales tot nu toe, gingen we niet alleen harder spelen maar ook harder trainen, werden de duels tussen de teammates feller en werden er ook onderling blikken en gebaren gewisseld die we nog niet eerder zagen. Ook de coaches deelden in die uitwisseling.
Maar we hielpen elkaar wel weer overeind en als de groepen wisselden gingen we net zo bezeten aan de zijde van de tegenstander van net de strijd weer aan. En de meiden gingen wel door met samenwerken om geld voor de club en voor onze trip naar Kroatiƫ bij elkaar te krijgen.
En in de wedstrijden zagen we iets ontstaan waar we wel blij van werden.
Na de pittige strijd van de eerste halve finalewedstrijd tegen DAS, hoorden we onder het genot van een bitterbal, dat er een hele bus supporters naar Groningen zou komen. "Maken we er weer een feestje van", zei spreekstalmeester Marcel. Om daar meteen op te laten volgen: "Hebben jullie ook een speaker?"
Die hadden we nog niet maar toen toch wel.
Een fase 4 team voegt aan alle hechtheid en het elkaar mogen, ook nog eens waardering voor de buitenwereld toe, spiegelt zich daar op een positieve manier aan en haalt daar ook kracht en ervaring uit. Het spelletje wordt met begrip en waardering voor andere betrokkenen ook breder en nog leuker.
"Leuk dat ik dit bij jullie mag doen", zei Marcel. Dat vonden wij ook. Bedankt. We durven dit soort dingen aan. Een klein, voorzichtig doorkijkje naar fase 4.
Klein en voorzichtig, want er is nog een aspect van samenwerken dat dat fase 4 laat uitstijgen boven fase 3 en dat is onderlinge feedback. Ongezouten kritiek waar we elkaar voor bedanken en waar we wat mee kunnen. Fase 4. 2.0. Daar gaan we aan werken na de finale van volgende week. Lets have fun again, ladies. Just us, en de Groene Uilenbus..


zondag, mei 01, 2016

Er midden in

"Pittige wedstrijd", zei de speaker in Delft, "misschien wel te pittig." Het laatste ontglipte hem misschien maar we signaleerden het duidelijk. We konden weinig meer doen dan glimlachen, de schouders ophalen en zorgen dat onze meiden zich gesteund voelden in hun pittigheid.
We zitten er midden in, in de hectische slotfase van de promotiedivisie. En pittig was het.
Hoewel er in Delft ook een prima centercourt ligt, had men er voor gekozen om het gebruikelijke, achterste veld weer gezellig te maken. Thuisvoordeel pakken. Dat lijkt me terecht. Uit een heksenketel komt tovenarij. Met volle tribunes ben je al een heel eind en dat je dan achter het veld alleen een kale muur ziet nemen ze voor lief. Het gaat toch om wat er voor die muur gebeurt. Dat de banken met de rug naar de tribunes staan is een bijkomend effect. En het mooiste is natuurlijk dat je dan de harde kern van de supporters met toeters achter de bank van de bezoekers kan zetten.
Met je stemgeluid kun je dan als coach niet veel rust meer brengen. Een schreeuwen en overduidelijk "read my lips" doen, zal ook niet zo'n rustgevende aanblik zijn geweest. Bovendien: een overdosis intensiteit hadden wij ons zelf ook al eigengemaakt in een boel spannende wedstrijden en echt competitieve trainingen.
Kortom: ideale omstandigheden voor een pittige wedSTRIJD die zich geheel binnen het meest primitieve gedeelte van de hersenen afspeelde. Het vecht of vluchtsysteem. Het brein schakelt alles uit wat er niet direct nodig is om te overleven. Het prefrontale gedeelte dat bewuste en onderbouwde beslissingen kan nemen hangt er maar een beetje doelloos bij. En vluchten, dat was even geen optie.
Coachen is absoluut geen onderwijzen meer. Het gaat er nu om om sport sport te laten zijn. We zitten er midden in. Heerlijk.

Volgende week zaterdag, 14.00 uur bij ons. Alles nog open.