zondag, november 30, 2014

Periodiseren met de wet van Murphy

Alles wat fout kan gaan, gaat fout. En misschien is dat erg.
Je bouwt als procesbegeleider van basketbalteams door de jaren heen een eigen werkwijze op.
Bij mij - en ik denk bij de meeste teams eigenlijk wel - gaat het in grote trekken zo: vóór de zomer weten we zo veel mogelijk waar we aan toe zijn - na de zomer volgt dan een betrekkelijk rustige voorbereiding, waarbij we geleidelijk naar elkaar en naar wedstrijdvorm toegroeien - het eerste deel van het seizoen staat in het teken van de vorming van gewoontes, het drukken van stempels en het leggen van een raamwerk - de wedstrijden zijn de meetlat waarlangs het team komt te liggen - tegen het eind van de herfst proberen we onze eerste piek in conditie te halen en daarom trainen we hard en specifiek om zowel mentaal als fysiek de feestdagen te kunnen overleven - op dat niveau starten we dóór in januari en op dat zelfde niveau proberen we nog meer over onze eigen sterke punten en die van de tegenstanders in de competitie te weten te komen - aan het eind van het seizoen spelen we ons beste basketball en dan gaan we evalueren en vooruitkijken.

Tot zover de grote trekken. En dan treedt de wet van Murphy in werking. Natuurlijk weiger je te geloven dat die ook echt door het parlement komt maar het gebeurt toch.
Ik ga hier niet allemaal beschrijven wat er zoal fout kan gaan, neemt u maar van mij aan dat de wet op veel facetten van het reilen en zeilen van ons team betrekking heeft gehad.

Zoals mijn rechterhand en linkerhersenhelft Patrick Staalsmid het herkaderde: "ik geloof dat we wel kunnen zeggen dat onze periodisering op organische wijze vorm krijgt...."

Alle ongelukken, ziektes leiden tot een hechter teamverband en een betere inbedding in de vereniging hadden we niet kunnen programmeren. De opeenstapeling van wedstrijden die we nu aan het eind van 2014 met minimale bezetting gaan afwerken zorgt vanzelf voor de conditionele piek.
In de wedstrijd tegen Baros leidden de extra ongemakken van Hanne (enkel) en Esther  (lichte hersenschudding) tot het precies op tijd, natuurlijk resetten van de taakgerichtheid.

Dat helpt maar teveel vertrouwen op de wet van Murphy kunnen we ook niet. Nadat de heldinnen afgelopen wedstrijd tegen Hoofddorp toch maar weer op comfortabele voorsprong waren gekomen, gingen we als coaches achterover zitten en vergaten we die laatste rust time-out nog te nemen, terwijl we eigenlijk vooruit hadden moeten denken.
En dat we na afloop van Mayella hoorden dat we niet meer op haar hoeven rekenen, wat we stiekem toch wel deden, maakte weer even heel duidelijk dat er echt nog wel meer boven ons hoofd hangt.

zondag, november 16, 2014

sync

Een veelgekozen benadering om naar het functioneren van teams te kijken is de scheikundige: Chemistry. Een beetje buskruit, bij iets PH-neutraals, met juist weer vleugje pit met een molecuul of wat van een mooie katalysator..... het mengsel verhitten, destilleren en poef! Teamverband.
Maar het kan ook langs de invalshoek van de muziek: de diverse instrumenten van drum, sax, bas, piano en wat niet al, spelen samen waarin vooral het 1,2,3,4,  het ritme een rol speelt en waarin iedereen de ruimte krijgt voor interessante solo's.
Sind het begin van dit seizoen experimenteren we - nou ja, ik - ermee om een actie te beginnen net voor de derde tel van de vierkwartsmaat, door mijn gebrekkig muzikaal inzicht vertaald als net voor de JA in va-der-Ja- kob. Phil Jackson schrijft in "Eleven Rings" dat hij daar goede ervaringen mee heeft. (al citeert hij ook Thelionous Monk: "You only dig it, if you dig it, You dig?" 
Toch is het grappig om jezelf bewust te zin van ritme in basketball. Toen ik laatst heren 1 van Uilen zag spelen, viel de natuurlijke sync van dat team pas op, toen er iemand binnen de lijnen kwam, die minder vaak meedoet. Zonder dat hij slecht speelde -zijn individuele rendement was zelfs wel goed te noemen- zag je toch het hele team eventjes in de war zijn. Het was maar een subtiel verschil, maar waar openkomen, aanspelen en balans vinden verder van de bal af anders klopt, klopte het nu net niet. En dan blijkt basketball toch echt een spelletje van tienden van seconden en centimeters.
De bovenstaande gewaarwording maakte dat ik de sync verhief tot norm voor het optreden van de bankspeelsters. (Uilenmeiden maakt in de promotiedivisie dankbaar gebruik van een pool bankspeelsters uit da 2,3 en 4) In de bekerwedstrijd tegen Green Eagles uit Maassluis stonden de meiden van het tweede weer op de rol. De tegenpartij mag niet aan ons ritme merken wie er niet altijd meedoet en het is fijn als de overige speelsters hun ritme niet aan jullie aan hoeven te passen. 
Het is een manier van coachen die weer heel nieuwe gezichtspunten biedt. Op gevaar af dat ik het succes nu afmeet aan het resultaat van de bekerwedstrijd, (door naar de kwartfinale via 82-56 win) heb ik toch hoop voor het effect. Kunnen we onze samenwerking bespoedigen en "finetunen", door het (een) team als een orkestje samen te laten werken? 
Aan het eind van dit jaar steek ik mijn licht op bij het Nationaal Coach Congres van NLCoach, met als thema: de coach als dirigent. Ik ben benieuwd.

zondag, november 02, 2014

uit en thuis en het beestje van de week

Had ik u al meegedeeld dat ik ook weer een nieuwe oude baan heb? Ik ben namelijk weer beroepschauffeur geworden in weekenddienst. Dat is één van de aspecten van het coachschap van de fine-basketball-fleur van onze studentenstad. Eindhoven, Utrecht, Hoofddorp, Maassluis, Rotterdam Woudestein, het ligt allemaal niet naast de deur. Maar daar spelen de andere promotiedivisieteams nu eenmaal. En laten we wel wezen: voor ons is het om de andere week raak en we zijn dus gewend aan trips. je zou die westerlingen moeten horen als ze de IJssel over moeten... Wij spelen eigenlijk dus nooit een uitwedstrijd. Cruijff is dat met mij eens.
De Groene Uilen maken deel uit van een mooi beestenspul: Zo spelen we tegen net zo greene Eagles, tegen Cangoeroes en het beestje van de week van afgelopen weekend was DAS, uit Delft.
Delft is duidelijk ook een studentenstad, waar ook echt een cultuur is opgebouwd, rondom de studentensport basketball. Studenten spelen bij Punch, later en eerder kunnen ze terecht bij DAS. Toon van Helfteren, de bondscoach woont daar. Hij is het prototype van de basketballliefhebber en woont nog steeds de wedstrijden van zijn dochter bij, ook al loopt die inmiddels tegen de dertig.
Maar ik had het over het reizen. - Sorry, ik ben misschien een beetje hyper maar dat is nu precies het punt en daar kom ik nu op - Mijn stelling is: Uitwedstrijden winnen is goed voor het brein.
Het meditatieve karakter van de handeling van het stuur vasthouden en het in het nu - het verkeer- zijn, maakt dat er op een positieve manier allerlei verbanden worden gelegd, dat er blijkbaar een actiebereidheid wordt opgebouwd. En dan lees je de volgende ochtend de krant en dan wil je meteen ook zo'n benen onderzoek doen als met die schaatsers maar dan over de  X&O benen van basketballers en de specifieke hoeken, het zuur, de belastbaarheid en de pracht. En dan zie je overal verbanden: bij die benen die van Anice Das en het beestje van de week.... je zou het niet kunnen v
erzinnen.
Ha! Volgende week gewoon thuis....