donderdag, oktober 23, 2025

Been- en hoofdruimte

 Mooi om te merken dat het globetrotten Donar goed af gaat. Je moet daar op dit niveau ook geen hekel aan hebben. Op moment van schrijven hebben we al drie uitwedstrijden met flinke reistijd achter de rug. Zelfs al eentje met bus, vliegtuig, bus, overnachting, spelen en weer terug. Geloof me: het is fijn om dan te winnen. 

Zo’n reis naar Bristol kent dan nog wat afwisseling en een beetje gelegenheid om de benen te strekken.

Voor de BNXT is het bus heen en bus terug. En natuurlijk hebben we allemaal gezien wat een beenlengte de ploeg van dit jaar ten toon spreidt.  Het mooie van benen is dat je ze op kunt vouwen bij de knie en dat ze dan met enige moeite tussen de rijen passen, maar de opbergfunctie van lange benen is niet wat we op het veld weer nodig hebben. Daar zoeken we naar de gebruiksfunctie. Hefbomen, explosies. Door je knieën gaan helpt, zitten niet. Je kunt ook dwars in de bank gaan hangen, maar de ruggen zijn ook best lang en overspannen makkelijk. Slapen onderweg is wenselijk voor de geest, maar het vlees lijdt. Dus reizen doet nogal veel met een sportlichaam. 

Daar kun je je druk om maken. Er waren in 1996 nogal wat problemen bij het transport van de Nederlandse sporters voor de Olympische Spelen, waardoor flink gewacht moest worden op een vliegveld, nog voordat de vlucht naar Atlanta kon plaatsvinden. Iedereen maakte zich zorgen over alle ongemak, alles moet immers kloppen in de topsport. Wie zich het minste druk maakten waren de lange mannen van het Volleybal-team. Ze hadden geleerd die zorgen los te laten en werden bestookt met vragen van collega sporters, hoe ze toch zo rustig konden blijven? Het antwoord was simpel: wordt het beter als je je druk maakt? 

De Volleybal mannen vouwden zich zo relaxed mogelijk op en wonnen goud. Misschien hadden ze geen ruimte in de stoelen.. ze hadden het wel in hun hoofd. 

Blangé, heet de spelverdeler die toen een gouden medaille om zijn nek kreeg. Dat maakt het verhaaltje voor vandaag bijna rond. Zoon Joost heeft de keus gemaakt voor de leukere sport en die zien we dinsdag dan misschien ook in actie voor Rotterdam. De ploeg die geen Feijenoord meer heet, is nog op zoek naar de eerste overwinning in de BNXT league. Ze speelt ook niet in een Europese competitie en heeft dus duidelijk minder reiservaring. 

Weetje: Voor Rotterdam is Groningen de verste uitreis. Ook de Belgische teams spelen op minder kilometers afstand dan de 250 tussen de Maasstad en Stad. Misschien hebben ze ook wel minder last van gebrekkige beenruimte dan Donar, want slechts twee van de spelers staan te boek als center. De rest noemen ze guard of small-forward. 

Echter: onderschatten zou onterecht zijn. De Rotterdammers hebben beslist aardig gespeeld tegen topper Mechelen. En in het veld gaat het meer om de ruimte in het hoofd, dan om de afmetingen van ledematen.


dinsdag, oktober 14, 2025

In eigen hand

Na een paar wedstrijden in twee competities kunnen we constateren dat Donar alles nog in eigen hand heeft. Zoiets zeiden we vroeger altijd na dat we voor de eerste keer verloren. Als je verder alles wint, is éen verlies in het begin te doen, immers, ongeacht de competitievorm. Een vorm van pure wiskunde om jezelf voor de gek-, of de moed erin te houden.

Zo ver is het nu , in allebei de competities waar Donar aan mee doet. Behalve de wiskundige geruststelling, lijkt er voorlopig ook genoeg reden om enig vooruitgangsgeloof aan de dag te leggen. Daar zijn ENBL wedstrijden natuurlijk ook voor bedoeld. In de statuten voor deze League staat het met zoveel woorden: 

 “ To strengthen the development of the men’s basketball.” en: “To give a chance for the teams to compete, while preparing for the National Championships, the Euro Basket, the FIBA World Championship and the Olympic Games.” Een oefentoernooitje dus? Sport, zoals sport bedoeld is! Go see Europe, meet interesting people and kick their asses. En er staat wel degelijk een glimmende prijs en een mooie reputatie op het spel.

Je mag dus rustig verschillend naar de verschillende competities kijken, maar zowel de verloren als de gewonnen wedstrijden hadden genoeg spanning en mogelijkheden voor zulk optimisme. Daarmee is het plaatje weer rond. Het is even om het echie geweest. Nu weten we waar het hen kan. 

Coach Jason was na de eerste Europese pot nog heel ontevreden. Hij vond dat het team na zes weken hard werken ‘Klaar” had moeten zijn en dat de fase in het proces nooit een reden is voor falen. 

De sfeer zal inmiddels anders zijn. We hebben gezien wat er allemaal kan met dit team. En dat weten de coaches en de spelers zelf nu ook beter dan eerst.  Maar “Klaar” is een team nooit. Oh zeker: ze weten ook wat ze willen doen om effect te hebben en ook dat dat nog steeds beter kan.

Als wij, als hooggeïnteresseerd publiek en vooruitgangsdenkers, ergens op kunnen letten, is het op de vooruitgang in de automatismen tussen de spelers. Niet specifiek in deze hoogst interessante wedstrijd tegen Okapi Aalst, een team dat aardig vergelijkingsmateriaal zou moeten zijn, maar in alle komende wedstrijden. 

In deze fase van de competitie kan dat snel gaan. Het gaat er dan niet om of we steeds meer geïsoleerde highlights gaan zien, maar om de connectie in elke vorm van samenwerking. Het gaat niet eens zo zeer om de eigen handelingssnelheid, maar om de handigheid in samenhang met de teamgenoten: niet wat ze willen doen, maar hoe ze dat met elkaar doen. Het is nog niet af. Gelukkig nog lang niet. Maar ze hebben “alles” wel zelf in eigen handen.

zondag, oktober 12, 2025

Cookie


Cookie kwam ik voor het eerst tegen in seizoen 1978-79. De wedstrijd Sporty-Groene Uilen, te Leeuwarden. Niemand noemde hem Emile of Priest. Hij viel op tussen de witte Friezen en de harige studenten. Ze speelden in iets rozigs, denk ik me te herinneren. Onze kleurenblinde coach Skala zag het verschil niet, maar noemde hem wel een paar keer. Ik denk dat wij wonnen, maar dat zal niet aan hem gelegen hebben. Zijn energie was niet gauw op.

Hij bleef het Friese basketball lang trouw, bouwde aan degelijke jeugdploegen, trainde regionale selecties, en slaagde er steeds in om die energie voor een groot deel op die teams over te brengen. En opeens, zo’n twintig jaar geleden, dook hij op bij ons, als assistent van Hans Nieboer, bij het Uilen -mannenteam in de promotiedivisie. 

Hij keek om zich heen, werd op slag verliefd op het studentenbasketball en is nooit meer weggegaan. Ook als gezicht en aanspreekpunt van de vrouwenteams gaf hij zich totaal. Cijferde zich weg, offerde zich op en stapte weer naar voren als dat gevraagd werd. Tot afgelopen week. Toen was de de spreekwoordelijke energie toch een keer op. 

Om hem nog een keer te karakteriseren, citeer ik graag Bonny Appelman. Haar alleszeggende reactie toen ze zijn naam hoorde noemen (niemand noemde hem bij ons nog Cookie…) als coach van de vrouwen van Uilen: “Je zou elk team een Emile gunnen!”

donderdag, oktober 02, 2025

Studenten BasketBAL


 Wat zit er in een naam? De Basketball Academie Limburg komt op bezoek voor de eerste thuiswedstrijd in de Bnxt-league. 

In Weert kun je je opleiding tot basketballer combineren met je schoolopleiding en dat gegeven is ook het uithangbord van de Limburgers. Je kunt hier dus spreken van basketballstudenten. 

Dat de meeste basketballers meer ijzers in het vuur hebben in deze fase van het leven is, maakt deze combinatie tussen sport en studie best natuurlijk. Velen voelen zich geroepen een goede basketballer te worden, weinigen zijn uitverkoren om met hun sport de kost te verdienen. 

Nu is het toevallig zo, dat we de afgelopen maand al een paar keer met illustraties daarvan te maken hebben gehad. Beide Baltische tegenstanders die we in het kader van de ENBL over de vloer hebben gehad, zijn van origine gelieerd aan Universiteiten en dat geldt natuurlijk, niet te vergeten, ook voor Donar zelf. 

Dat knipte weliswaar al in de vroege jaren 70 de directe banden met Vindicat en de ACLO door, maar heeft ook daarna de banden met het onderwijs altijd warm gehouden. Steevast maken bij Donar spelende studenten gebruik van de Topsportregeling  van RUG en Hanze.

Het is dus een natuurlijke kruisbestuiving. Basketball en leren beïnvloedt elkaar op een positieve manier. Het is niet meer zo dat op de Nationale Studentenkampioenschappen driekwart van het Nederlands team rondloopt, zoals vroeger toen de maatschappelijke opleiding voorop stond. Nu is dat, vanuit het gezichtspunt van de clubs, omgekeerd. Aan de andere kant: als topclub kun je er ook niet omheen om iets te doen aan de verdere opleiding van je eigen sporters. En ook van die kant snijdt het mes.

Bij Donar ligt er misschien niet zoveel nadruk op het zelf zijn van een opleidingsinstituut als bij BAL of Landstede, maar ook hier rust een deel van het topteam op een fundament dat al vroeg wordt gelegd. 

Zo is er een prima U19 team, dat vorig jaar zelfs Landskampioen werd en zo wordt er ook professioneel samengewerkt met de ACLO-studentenbasketballclub Groene Uilen, waar de net iets oudere, studerende talenten van Donar de kans krijgen om in de Promotiedivisie te rijpen. Een bijkomend effect van lokaal talent lokaal opleiden op meer dan één vlak,  is natuurlijk dat de club ook de wortels in de regio blijft verstevigen. Dat kan niet genoeg benadrukt worden.

Een ding is nog wel heel jammer: Bedenk maar eens dat ook de meiden U18 van (Celeritas)-Donar het landelijk super goed doen. De “concurrentie” wat betreft de bovengenoemde  win-win-win situatie in sport-opleiding-regio, neem BAL en Landstede, hebben wél ook een vrouwenlijn op het hoogste niveau… Die slag om de beste opleidingsploeg van Nederland winnen zij nog. Nu eerst maar die op het veld.