donderdag, december 17, 2009

Structuur in de WASbak

Elke week zit ik aan de rand van het zwembad in het Willem Alexander Sportcentrum. Daar is dan een algemeen zwemuur waarbij ik belast ben met het toezicht. Ik behoor te voorkomen dat er iemand verdrinkt, wat in de praktijk neerkomt op soms, in het Engels, vragen of iemand wel een license to swim heeft. Verder doet een sportleider vooral zijn sportleidersding: het in goede banen leiden van de sport. En nergens is die uitdrukking zo van toepassing als in het zwembad.
Er is een zeker ritueel waar we ons allemaal aan verbonden hebben: zwemmen is baantjes trekken. Dus komen er lijnen te liggen. Hoewel ik me al jaren afvraag wat er zou gebeuren als ik me niet zou conformeren, leg ik altijd braaf een paar lijnen in het water. Dat is trouwens zwaar werk. Je moet 25 meter staalkabel met drijvers uit een put omhoogtillen en ze geleidelijk in de plomp laten zakken. En aan het eind van het uur vice versa, want de gymastiekerschool doet niet aan lijnen.
De rechte leer schrijft voor dat de snelsten in de baan bij het raam zwemmen. Iedereen lijkt dit te weten en alle snellen nemen dan ook een zonnebrilletje mee. Het is hier ieder voor zich. De daarnaast gelegen opeenvolgende banen kenmerken zich door een afnemende snelheid, techniek of ambitie.
Voorin, vlak voor mijn voeten, is de “langzaamste” baan. Het gebrek aan ambitie en de sociale cohesie bereiken hier een hoogtepunt. Schoolslag, hoofd boven water, vol gespreksstof. De beperkingen van lijnen zou al snel tot filevorming en irritatie leiden en daarom is in deze wateren rondzwemgelegenheid. Dat scheelt al één lijn. Veelal paarsgewijs en luid snaterend zwemt men tegen de klok in. De helft van de deelnemers op éénderde bad.
In het kader van een sociologisch- systeemtheoretisch onderzoek heb ik onlangs nog een lijn weggelaten. Wie in deze wasbak heeft uiteindelijk structuur nodig? Alleen de opwaartsmobielen van de middelste banen natuurlijk! De twee snelste banen zouden zich toch wel gaan redden? Of zou daar ook een ovaal traject ontstaan? Met pootje over in de bochten wellicht? Heel interessant allemaal. Wat denkt u?
Er blijkt overigens ook een verschuiving tussen de banen op te treden en als je de lijnen dan weer in een bepaalde volgorde verwijdert, krijg je weer heel verrassende uitkomsten.
Ik beschik na een paar maanden ook over andere uitkomsten: verhouding tussen mannen en vrouwen? Brilletjes versus ongewapende ogen? Bikini’s tegenover badpakken? Haaienpak of mensenpak? Personeel dan wel studenten?
Bent u geïnteresseerd in het onderzoek? Dinsdag tussen 12.30 3, 13.30 ben ik voor al uw vragen in de wasbak. Eén tipje van de sluier: In haaienpak beïnvloedt u het onderzoek meer dan in bikini.

Geen opmerkingen: