zondag, september 22, 2019

sturen zonder sturen

Ik heb veel ervaring als beroepschauffeur. Veel professionele uren heb ik op het wegdek doorgebracht, onderweg naar en terug van wedstrijden. De coach van het hogere studentenbasketball rijdt meestal zelf. De wereld om? Een paar keer wel. Maar het was even geleden.
Gisteren mocht ik weer eens een paar basketballmeiden transporteren naar een sporthal. Naar Tubbergen nog wel. Er kwam van alles boven, ook al is de Burgemeester Verdegaalhal er niet meer.
Maar het was toch heel anders. Dit keer mocht ik namelijk alleen het stuur van de auto aanraken, ik ging niet als coach mee, maar als stuurouder. Jolly Jumpers U18 won met 89-45 van "ons" HSVB. Ik zag Lotte haar eerste punten en eerste P maken en bijna haar eerste schot blokken in de landelijke competitie, dat deed de vader in me goed.
Maar lieve heer. - ik was de Pancratiuskerk van te voren nog even ingelopen.. for old time sake... herkende er eerlijk gezegd niet veel meer van - maar lieve heer... ik had graag wat meer kracht ontvangen, want wat is dat moeilijk, om stuurloos op de tribune te zitten...

zaterdag, april 13, 2019

Minder internationaal?

Er gaan wel stemmen op om onze Studentenstad wat minder internationaal te maken. Hier is mijn tegenstem:
Ik heb van alle sportieve studenten uit:
Engeland, Ierland, Schotland, Noord Ierland, Wales, België, Denemarken, Noorwegen, zweden, Litouwen, Estland, Letland, Rusland, Wit Rusland, Oekraïne, Bulgarije, Polen, Duitsland, Finland, Oostenrijk, Zwitserland, Tsjechië, Nederland, Slowakije, Frankrijk, Spanje, Italië, Portugal, Griekenland, Servië, Kroatië, Moldavië, Roemenië, Luxemburg, Tadzjikistan, Kirgizië, Zuid Afrika, Algerije, Turkije, Israël, Syrië, Egypte, Kameroen, Vietnam, India, Pakistan, Afghanistan, Brazilië, USA, Canada, Mexico, China, Indonesië, Brazilië, Sri Lanka, Eritrea, Armenië, Marokko, Friesland, Palestina, Iran, Irak, Thailand, Zuid Korea, Mongolië, Japan, Australië, Nieuw Zeeland, Malta, Cyprus, Argentinië, Chili, Costa Rica, Suriname,
En de laatste drie toevoegingen aan mijn lijstje:
Slovenië, Columbia en Nepal….
…..heel veel plezier gehad en heb het idee dat zij allemaal wat toevoegen aan het idee van een universiteit. Het woord universum zit daar in. Dank daarvoor.
Wat mij betreft is er nog een half universum te winnen:
Om maar wat te noemen: sporters uit IJsland, Republiek van Noord Macedonië, Venezuela en een heleboel Afrikaanse landen heb ik nog niet mogen ontmoeten. Dat moet nog.
Dus graag niet stoppen met internationalisering. Spaar ze allemaal.
Edit
Spaar ze allemaal.
Dank u.

vrijdag, maart 22, 2019

geschiedenis gemaakt

Maandag 18 maart 2019. De lente is onderweg. Elf studenten, waarvan twee uit Nederland hebben deel uitgemaakt van geschiedenis in wording.
De allereerste cursus 3x3 basketball op de ACLO en op het Sportcentrum van Hanze en Rug.
Ik heb ze daarmee mogen feliciteren en uiteraard toegezegd dat dit feit te zijner tijd op hun diploma zal worden vermeld. Dat wel met de slag om de arm dat daartoe nog aan enkele andere touwtjes getrokken zal moeten worden en dat de juiste Latijnse vertaling ook nog niet helemaal gereed is.

Dat uw dienaar trouwens tamelijk vol vuur 3x3 basketball staat te doceren, had ik zelf trouwens tot voor kort ook niet voor mogelijk gehouden. Hele volksstammen die in het verleden in dit zelfde gebouw hebben rondgerend, zullen mijn sardonisch gelach, dat opklonk als ze mij vroegen: "OK, coach, 3 tegen 3. Half court of full court?" nog wel in de oren hebben. Ik beschouw basketball (nog steeds) als een full court activiteit en zag de kansen voor spelers in ontwikkeling vooral liggen in rennen als basis-filosofie.

Maar 3x3 als sport is anders. Ik zie nu ook de schoonheid van de beperkte ruimte en het beperkte aantal spelers. Het is niet langer een vereenvoudiging van het spel, maar iets heel nieuws. En waar beachvolleybal al bijna niet meer te combineren is met de 6-6 versie en een eigen bestaansrecht heeft opgebouwd, gaat Streetball, 3x3, die kant ook op. Het feit dat het vanaf 2020 Tokio ook echt Olympisch wordt, is daar het zoveelste bewijs van.

Het is ook aantrekkelijk, veel harder en snel, door iets andere regels en een verkorte shotclock. De verhouding in waarde tussen afstandsschoten en die van binnen de halve cirkel is anders, de telling daarmee ook en het is een filosofisch interessante mix van event - en time-related spel geworden. (het gaat op tijd, maar kan ook op 21 beëindigd worden) En dan wordt het ook nog eens vooral in toernooivorm georganiseerd wat het ook voor bepaalde gestresste studenten uit de verplichting van elke week opdraven trekt.

Totaal iets nieuws dus. Of dat wil het in elk geval lijken. Vandaar ook de nieuwe bal. Opvallend in kleur en vorm. Geschikt voor mannen en vrouwen door het gewicht van een zeventje met de maat van een zesje te verbinden, een lekkere grip door flinke groeven. Daar kunnen heel nieuwe dingen mee..



Op 22 april, tweede Paasdag de grote noordelijke 3x3 Challenge op ons eigen ouwe Sportcentrum.
Ik ben niet af van 5x5 maar wel om. Nu u nog. En een latijnse tekst voor op de bul?
Participem pala canestris triumviralis in via? Thierry?

vrijdag, januari 18, 2019

some birds mate for life

.pasted-image.tiff

(Hieronder de tekst bij de nominatie van de gezamenlijke besturen van Uilen en Moestasj in de categorie "belangrijke bijdrage aan de studentensport" want dat vind ik het.)


Students Basketballclub Groene Uilen has been in existence since 1957 and Moestasj (the name is considered to be neologism that combines Motivation and Enthusiasm) came into being after the high and mighty Donar quit being associated with Vindicat and the ACLO in 1976.
The fact that the owls remain green has, on the other hand, to do with the fact they oppose “degreening”, as the initiating process of some (student)groups is called.
Somehow, somewhere Moestasj adopted the pinguïn - black and white-  as its own representative animal.

Both birds have gotten along well through the years and being green or not has not been much of an issue. Owls and penguins have even been known to occasionally produce some offspring.
Since last century there have been talks about merging the nests, but the clubs have always been just friends. Uilen busy carrying the organisational weight of their first teams, that have been performing on the second highest level continuously and Moestasj developing into an exemplary international-friendly meeting place. Busy, successful, different niche…. approaching steps were still made but hey: no sense of urgency.

Until recently when the smaller Moestasj, all of a sudden, suffered some unfortunate governance. A series of unfortunate events - in which even members of the board disappeared - left the club in financial and organisational disarray. A new board was formed by a group of international members, that not only succeeded in keeping the melting ice floe with the penguins afloat, but also - together with the Uilen board, that of course willingly was lending hands-  to quickly take up the project of merging. Now there is something for their resume.

Because there they are: Groene Uilen Moestasj. Still on the highest amateur level, still very international, still with teams in green and in black jerseys, still competing with each other, but now with one, much more efficient board. Birds of a feather..  or shall we call them Friends with Benefits?


(en de Nederlandse versie.. in dit geval een vrije vertaling van eigen hand)



Gevederde vrienden.

Groninger Studentenbasketballclub Groene Uilen bestaat al vanaf 1957 en GSVB Moestasj (de naam is een samentrekking van motivatie en enthousiasme..) kwam voort uit de resten van voormalig Vindicat sub vereniging Donar in 1976.
Het feit dat de groenheid van de Uilen verwijst naar bewust niet ontgroenen is de laatste jaren geen punt van wrijving meer. Moestasj heeft ergens onderweg de Pinguin gekozen als gevederde tegenhanger van de grote broer/zus en de vogels kunnen over het algemeen prima door een deur.
Er zijn zelfs gemengde kuikens uit de verbroedering voortgekomen maar echt samen een nest bouwen, waar al sinds eind vorige eeuw hardop aan werd gedacht, is er nooit van gekomen.
Uilen was druk bezig de topteams op het hoogste amateurniveau in de baan te houden en Moestasj ontwikkelde zich ondertussen tot een voorbeeldige broedplaats voor internationale integratie.
Ze waren druk bezig in hun eigen niche, allebei redelijk succesvol, er leek nooit een noodzaak voor een verdere toenadering.

Tot een paar seizoenen geleden, toen er opeens bij Moestasj een paar bestuurlijke ongelukjes achter elkaar - met als dieptepunt totale onbereikbaarheid van een deel van het bestuur- leidde tot flinke bestuurlijke en financiële problemen. Op dit dieptepunt werd een totaal internationaal bestuur gevormd dat de taak kreeg om het smeltende ijsvlot te redden. Niet alleen daarin is het geslaagd, met dankbare hulp van de Uilen, maar zelfs zagen de bestuurders kans het vastgelopen fusie proces weer snel vlot te trekken. Echt iets wat alle betrokkenen op hun CV kunnen bijschrijven.

Want daar staat nu een nieuwe, grotere en inmiddels al weer gegroeide vereniging: Groene Uilen Moestasj. Nog steeds niet weg te denken van het een na hoogste niveau, nog steeds een prettige landingsplaats voor internationals, nog steeds met team in groen en teams in zwart, nog altijd hevig in competitie met elkaar maar nu met éen efficiënter bestuur. Gevederde vrienden… en soms een beetje meer.

vrijdag, november 16, 2018

if you can shoot...

Afbeeldingsresultaat voor shoot hoops not people
"Je hebt schieters en schutters, schaiterds en scorers".
De quote is van Marten Scheepstra, jarenlang mijn collega bij het SC en hij viel voor het eerst in discussiegroep "het Gronings Coaches Kollektief" waar we heel tevreden over onszelf waren als we dit soort dingen hadden bedacht.
Daarmee duiden we, achteraf, aan dat schieten vooral iets mentaals was en iets wat je kon of niet; de techniek namen we een beetje op de koop toe. Schieten deden we met één hand, passen met twee, zover waren we wel, eind jaren zeventig.. Toen vonden we al wel vreemd, dat spelers bij Bill Pijl wel merkbaar beter gingen schieten... Omdat die geen tijd aan verdedigen besteedde, zeiden we dan maar.
Er waren nog geen instructievideo's en was nog geen bewegingswetenschap en op de ALO deden ze alleen maar aan turnen. In de jaren tachtig doken voor het eerst gespecialiseerde shootingcoaches op. Dat was een eyeopener. Basketball nam qua kennis in trainingsleer opeens een vlucht. Begrippen als ergonomie en plyometrie kwamen voor het eerst op en we gingen van een fixed- naar een growth-mindset. Schieten kon je leren en gewoon door te weten wat voor jou essentieel was en het veel te doen. Bill wist dat vroeger al en hij zei ook altijd: "If you can shoot, you can play." Ook Jan Janbroers, een andere grondlegger van het moderne basketball in Nederland wist dat: "een goede schutter is een slechte schutter die bleef oefenenen". Ook dat heb ik sindsdien al heel vaak herhaald in individuele stukjes training of, inderdaad, op "Het Schotuur".
Het Studenten-schotuur, steevast op vrijdag, werd vanaf de vroege tachtiger jaren het laboratorium voor onderzoekers van schottechniek.  (jarenlang in een piepklein zaaltje met maar een kleedkamer in de binnenstad, met een aanzienlijk hogere opkomst na donderdagse borrels, als mensen elkaar overtuigden dat gemengd douchen erg charmant was..) Jarenlang hadden we de hele HG-hal met 12 baskets tot onze beschikking en de laatste jaren was het laboratorium gesloten wegens personeels- en ruimtegebrek. Een pijnlijk gemis.
Het Schotuur is weer een beetje open, beperkt in tijd en zaalruimte, maar de bovenstaande quotes rollen weer over de vloer. Old school?
Van de bedenkers van de "Beroemde Grote Woorden" is alleen Marten nog onder ons maar de benadering van schieten als een fusion van mikken, mentaal, ontspannen, boog, voetenwerk, ergonomie en ritme en niet in de laatste plaats: oefenen, is springlevend.


maandag, oktober 15, 2018

Tex de ideale

Hoe ziet de ideale assistentcoach eruit? Is dat een aanstormend trainerstalent? Is het iemand die alleen de pilonnen neerzet en de stopwatch vasthoudt? Is het Dick Advocaat? Of is het je schoonvader? Op elk potje past een dekseltje.

Omdat bij de ACLO verenigingen het format van de "verenigingstrainer" - zeg maar een studentassistent zonder vergoeding, een medestudent die ook geen gebruik kan maken van ondersteuning uit het profileringsfonds- de standaard manier van begeleiden is geworden, doet zich voor de vaste sportleiders het fenomeen voor dat zij op veel plekken ook in de rol van assistent zijn gemanoeuvreerd. Tijd om ons te bezinnen op onze rol en om om ons heen te kijken naar rolmodellen.

De vader aller assistentcoaches is vorige week overleden. 96 jaar jong en nog maar een jaar of tien met pensioen. Tex Winter was jarenlang de vaste "schoonvader" van Phil Jackson. Ik ken hem niet anders dan als die oude man, die voormalige hoofdcoach, die dat allemaal geprobeerd had en gemerkt had dat dat niet zijn ding was. Klaar. En die zich nu heerlijk voelde als hij het idee had dat hij iets wezenlijks kon bijdragen aan iets moois. En dat kon hij. Hij drukte een belangrijk stempel op alle kampioenschappen van de Chicago Bulls en van de Lakers. Hij leefde echte de rol van vraagbaak en hoofdverantwoordelijke voor alle aspecten van de aanval, die hijzelf waarschijnlijk als enige ook ten volle doorgrondde. "De Triangle Offense" is het equivalent van het totaalvoetbal in het basketball en het werd de manier waarop de buitenmenselijke superspelers als Jordan, Pippen en Bryant en O'Neal al die andere mannen die met hen in het veld stonden, als nuttige teamgenoten leerden te zien.

Behalve de aanvallende X&O man, was Tex echter ook iemand die het vertrouwen genoot van alle spelers. Zowel van de toppers als van de waterdragers. Waar de de hoofdcoach soms niet helemaal begrepen, konden ze dan even van man tot man praten met de oude baas. Daar heb je het weer. Zo'n oudere man met enige ervaring in de omgang met datgene wat je liefhebt maar waarvan het zo moeilijk is echt hoogte te krijgen. Dus inderdaad. Rolmodel analyse wijst het uit: De ideale assistent is je schoonvader...

CBS over Tex Winter, 10 oktober 2018

zaterdag, september 22, 2018

van dingen die kapot gaan

In de sport gaat wel eens iets kapot. Dan gaat de motor van onze economie draaien.
En niet alleen die van de economie, ook de creativiteit vaart wel bij dingen die stuk gaan. Sommige dingen vragen er ook om, eigenlijk..
Als één van onze zes baskets in het WAS stuk gaat, is er meteen krapte in het rooster. De problematiek is iets van ons allen. Bestuur komt met slimme, aangepaste roosters Trainers moeten in overleg over de oefeningen die ze doen, planning wordt een beetje anders maar de vindingrijkheid wint het daar toch altijd van het tempo van de vervanging. En ook op technisch gebied gaat deze malheur weer leiden tot slimme, preventieve maatregelen, mogen we hopen.....
Kijk, als ik dit na een paar weken zo rustig opschrijf, staat het er al weer heel anders....

Dan bij squash. Daar ook wel eens wat frustratie. Als de squashers in het UK-stuk over billen niet eens genoemd worden, is ook daar de verontwaardiging collectief. Natuurlijk winnen squashers zo'n vergelijking... Maar ook daar vragen sommige dingen er gewoon om - al is daar vaak het ongemak persoonlijk: in een uiterste, tikkeltje te wilde poging om positie te verwerven of de bal nog te halen sneuvelt er nog wel eens een racket. "Due to the nature of the game of squash, this racket is not guaranteed against breakage", stond er vroeger echt letterlijk op mijn eigen racket. (het lijkt me niet nodig om te zeggen dat ik dit racket niet meer kan laten zien om de waarheid van deze bewering aan te tonen.... )

- Overigens, om nu te zeggen dat ambtenaren bij de RUG maar slordig met de belastinggelden omgaan: nee hoor. In mijn ruim 25 jaar als docent squash is bij mij in de beginnerscursus nog nooit (voor eventuele lezers van DAG die erg van cijfertjes houden; 0 keer) een racket gebroken. En dat is een racketrecord dat ik graag staande hou. -

Om een lang verhaal kort te maken en om weer terug te keren bij de creativiteit: Gebroken rackets blijken weer aanleiding te zijn voor interessante projecten. Zo bouwden een paar Squadraatleden een eigen "Troon van het Noorden". Te bezichtigen op het Sportcentrum. En als je het heel lief vraagt.....

dinsdag, augustus 14, 2018

Het breed zien, alstublieft!

Groningen...
Basketballstad nommer Ain. Nu ook voor vrouwen.
Toch is er iets rot in Stad. En dat doet zeer. Ik ben al tientallen jaren m'n stinkende best aan het doen om vrouwenbasketball in alle facetten op de kaart te krijgen en ja hoor: ongeveer de helft van alle noordelijke basketbalsters speelt of heeft gespeeld bij de Groninger Studenten.
Ik vind dat we leuke dingen hebben gedaan op gebied van top- dan wel hogere wedstrijdsport en dat zullen we ook blijven doen. Reken daar maar op.
Maar wie weet dat we ook iedereen die nog nooit -of alleen op school- gebasketbald heeft een plekje proberen te geven bij de uit z'n voegen barstende studentenclub? Dat vinden we normaal. Iedereen op z'n eigen niveau binnenlaten en dan ontwikkelmogelijkheden bieden. Tot zover gaan alles goed.
Ik zie na een kleine veertig jaar om en zie dat we daar geen steken hebben laten vallen.
En dan is er het moment dat ik even niet alleen naar binnen de studentenpopulatie kijk. Basketballstad Groningen.
Maar dan word ik toch hard met de neus op de feiten gedrukt. Neem nu mijn eigen dochter. Die wil nu echt wel maar het moet ook te organiseren zijn. Logisch maar dat lijkt toch een algemeen probleem. Dat willen toch vast meer meiden van 16? Trainen, lol maken wedstrijdje spelen zonder meteen al het andere op te geven? Is dat niet zoals sport bedoeld is?
Celeritas is de eerste club voor meiden in de stad. Ze proberen er beslist van alles van te maken. Natuurlijk zijn daar teams van meiden die er voor gaan en die al weten waar ze heen willen. Een team U 20 een team u 18 zelfs twee u 16. Maar als je zestien bent en je wilt gaan basketballen is er niks. Lastig: er zijn net te weinig om een team op te zetten maar dus is er ook meteen niks. Dan bij BVG kijken: ook niet. Ook niet samen.
Auw. Dan wordt het hem dus ook niet? Vanuit Stedum naar Haren met de trein en de vouwfiets? Elke thuiswedstrijd ook een uitwedstrijd? En je baantje bij Basarz op de markt dan? Je bandje, je school?
Ik roep het nog maar een keertje: als we niet de breedte ingaan, is het Nederlandse Basketball gedoemd ten onder te gaan en is er ook geen basis voor alle topsportplannen op termijn, zelfs in BBStad nommer Ain.

dinsdag, juli 03, 2018

Sportmaand juli begint historisch!


Sportweekendstress. Er gebeurt zoveel voor de liefhebbers van sport..
Spanje bij voetbal WK uitgeschakeld door Rusland? Max Verstappen wint een autowedstrijd in Oostenrijk? Nee; zelfs het eerste wegkampioenschap voor Mathieu van de Poel was niet het hoogtepunt van het eerste sportweekend van juli.
1947. Het was kort na de oorlog. Het bier was nog op de bon. De sport stond nog op Bata-gympen. Voor het eerst Olympisch in 1936 en de Nederlandse Basketball Bond was datzelfde jaar net pas opgericht en – het staat ergens in de archieven opgetekend, dus het zal waar zijn – er was een wedstrijd tegen Italië , die werd gewonnen door een Nederlands Mannen basketball team. De spelers van toen – het komt me moeilijk uit de strot – zullen allicht voordeel hebben gehad van het feit dat ze ’s zomers op het korfbalveld hebben gestaan.
Vaderlandse geschiedenis. Nooit was er sindsdien meer van een Italiaans herenteam gewonnen. Nooit in 71 jaar. Zelfs bondscoach Toon van Helfteren was er toen nog niet. In Italië en in de rest van de wereld is de sport groot. In Nederland blijven we afhankelijk van fanatieke basketballouders en wat die meegeven.
Groningen. Zondag 1 juli 2018. Die datum zal voor altijd in mijn hersens gebrand blijven. 1 juli 2018. Wat deed jij toen opa?
Nederland wint van Italië in een wedstrijd voor kwalificatie voor het WK in China! Onder aanvoering van een guard, die uitkomt voor het team van Skopje. uit de hoogstaande competitie in de Republiek van Noord Macedonië en twee zonen van basketballvaders, respectievelijk spelend voor Valparaiso (Chili) en Faros (Griekenland).
Ik was erbij.
RE

maandag, april 30, 2018

op z'n Grolsch

Het nieuws van de afgelopen sportweek heeft voor mij niet te maken met wat er nu met de Grolsch-Veste moet gebeuren. Nee nee. Dat soort beschouwingen laat ik aan de voetbaltukkers over
Henk Grol
Hier gaat het over Grol. Henk Grol kent u. Zijn naam duikt op rond de grote kampioenschappen in deze sport. Groninger, groot, sterk, judoka. Ongenaakbaar voorkomen en op de een of andere manier toch een zeker knuffelgehalte. Hij haalt het meestal net niet en maar weinig mensen kunnen daar zo treffend ongelukkig over zijn. Meedogenloos kritisch op zich zelf en toch een groot talent om in herhaling te vallen.
Tenminste: zo was dat. Henk heeft een keerpunt bereikt in zijn carrière. Hij mag van zichzelf nu eten en daarmee leven. Dat brengt met zich mee dat hij met de echt grote jongens mee mag doen. Iets van gezien? Van die onbeweeglijke mannen die een heel nieuw licht werpen op metaforen als van “Bergen die dan maar naar Mohammed moeten komen”. Omdat Mohammed zelf ook een berg blijkt te zijn. Nadat we een paar minuten hebben overwogen dat het uiteendrijven van continenten eigenlijk best nog een vlot proces is, wordt er dan toch iemand aangewezen die heeft gewonnen. Henk heeft daar zin in.
Hij heeft namelijk het plezier in de sport terug gekregen. De laatste paar jaren gaat hij daarvan genieten. En dan ziet hij wel hoever hij komt.
Sorry Henk. Ik heb nieuws voor je. Teamsporters kunnen zich , in de nadagen van hun sportbestaan, schikken in een nieuwe rol als mentor. Tennissers en tafeltennissers kunnen over hun niets ontziende killersinstinct heen zetten en leren genieten van mooie rally’s. Daar zijn er altijd wel een paar van , zelfs in een verliespartij. Henk, jongen. Er zijn natuurlijk leuke technieken. Maar ik zie jou niet na afloop tevreden zijn met een mooie verliespartij, waarin je een mooie inzet hebt gedaan, die weliswaar werd overgenomen maar waar je toch met veel plezier op terug kijkt.
Henk, gefeliciteerd met je Europese brons van afgelopen weekend en ik wens je nog veel overwinningen toe; maar plezier in “het spelletje”? Judo is geen spelletje. Het is vechten en de win-win bestaat niet. Dus je gaat ook nog veel niet winnen. Verliezen op zijn Grolsch. En daarom houden we ook allemaal van je.

vrijdag, februari 23, 2018

#WETOO

#wetoo 

Hebt u ook zo genoten van de winterspelen? Af en toe een uurtje vrij genomen, zoveel mogelijk gezien? Ik wel. En zit u dan aan het eind van die spelen ook -plaatsvervangend- lekkerder in uw vel? Ik wel.
Behalve dat er altijd iets in mijn lijf gebeurt als ik die schaatsbewegingen zie, knapte ik dit keer vooral op van alle beelden van ontlading en verbondenheid. Tranen, knuffels, armen om schouders. En dat allemaal in deze tijd.

Als betrokken sportcoach heb ik de laatste maanden regelmatig discussies gehad met collega’s en oud spelers over wat kon en kan als uitingen van betrokkenheid. Er zijn nu duidelijke grenzen, natuurlijk. Maar hoe zijn die zo duidelijk geworden? Is alle schade schande? 
In elk geval hebben we met z’n allen kunnen vaststellen, dat lichamelijk contact in de sport heel vaak mooi is:

Ireen Wüst die eerst helemaal in een anders zo rustige -maar plotseling knotsgekke kikker geworden-Tijssen klimt en dan niet bij ouders en vriendin kan komen om zich in hun armen te storten. 
Ter Mors met de arm om huilende Schulting heen, die dan weer een beetje blij wordt en een helmknuffeltje terug geeft. 
De samenhang in de vrouwenachtervolgingsploeg, waar van Beek zich ontfermt over haar ploeggenoot, die zich opeens bewust is van haar laatste Olympische meters. 



We zouden er een heel feel good filmpje van kunnen maken, ook met allemanal voorbeelden met huggende  mannen en dat verplicht draaien op Blue Monday, bijvoorbeeld. 
Verplicht? Nou ja. Maar alle gekheid op een stokje: Er is onderzoek gedaan bij (mannen) sportteams op het hoogste niveau, waaruit blijkt dat die ploegen die elkaar meer aanraken, ook beter presteren. 

Ik vind dat geen gekke uitkomst. Er gaat duidelijk een positieve werking uit van aanraken. Hoe dichtbij kun je zijn? De Japanse vrouwen hebben -vaker dan de Nederlandse- structureel, elke week met elkaar gecommuniceerd door elkaar aan te raken. Het is natuurlijk ook heel moeilijk om niet iets positiefs mee te geven in een aanmoediging of vriendschappelijke omhelzing, een schouderklopje of een high-five. 
We hebben de voorbeelden weer helder voor ogen. En die werken aanstekelijk. Dus hoe gek is het dan om -in goed vertrouwen- te zeggen: #wetoo?


maandag, februari 19, 2018

Esmee's



Een meisje dat studeert en Esmé heet, en goed kan schaatsen, is de ACLO-topsportster van het jaar geworden. Ze gaat haar prijs, 200 euro, gebruiken om een paar keer op en neer te rijden naar Thialf. Dat kost zomaar 30 euro per keer. Maar in Thialf gebeurt het.
Een ander meisje dat studeert en Esmee heet en best lekker heeft geschaatst heeft een andere prijs gewonnen. Behalve een glimmende medaille ook een prijzenbedrag van een dikke 20.000 euro. Zij gaat dat gebruiken om vanuit Amsterdam naar Kardinge op en neer te blijven rijden, als haar studie farmacie – aan de VU- dat toelaat. Want op Kardinge gebeurt het.
Groningen staat er mooi op. Of kan het nog mooier? Ik wou de overpeinzingen en bespiegelingen over al deze prijzen, de namen, de plekken en het studeren deze keer maar eens aan de lezer overlaten en wens daarmee veel plezier.


dinsdag, januari 09, 2018

Beta Ball

Afbeeldingsresultaat voor betaball

Een proeftuin is een creatieve omgeving. Het woord alleen al. Het hoort een omgeving te zijn waarin je een potje of een reageerbuisje kunt breken. Er kunnen proefjes worden gedaan. En ook mislukte experimenten zijn wat waard. Er ontstaat een composthoop van onaffe ideeën die weer als voedingsbodem dient voor nieuwe pogingen. Veel goeds komt uit de proeftuin. En weinig daarvan is echt af. Pilots, concepten, Plan Do Check Acties, plannen, evaluaties, voorstellen. 
Er zijn mensen die willen dat de proeftuin "Tuinvleugel" gaat heten. Niet doen. Dat is een af-klaar-dood term. Sommige techbedrijven kiezen misschien liever voor een nabootsing van de garage waar vroeger de eerste geweldige computers uit voortsproten. Feringa’s lab voor fundamenteel onderzoek is op een gegeven moment wereldtop in de engste zin van het woord. 
Lab, proeftuin, garage, atelier..: Gemene deler: het is niet af, er wordt aan de proefballonnen door ontwikkeld door teams. Dingen verlaten de proeftuin in beta-staat. De netaversie wordt beproefd, resultaten en miskleunen keren weer terug om versterkt en gestekt te worden. 
Het lijkt wel sport, soms. Beginnen met een doel in gedachten en als je iets anders doet dan je deed, krijg je iets anders dan je kreeg en liggen mooie verrassingen in het verschiet.
Een mooi voorbeeld van zo’n onaf maar heel succesvol project is dat van de Golden State Warriors in de NBA. Daar slaan een creatieve teamleiding en een groep mensen uit Silicon Valley de handen ineen met vertegenwoordigers van de entertainment industrie van Hollywood. Fundamenteel vernieuwend wetenschappelijk onderzoek, koestering van data en een heel frisse kijk op dat specifieke spelletje  en de talentontwikkeling daarin leveren een bijzonder succesvol project op. Het project is nog lang niet af, maar heeft al wel veel stof doen opwaaien en twee kampioenschappen in de allerprofessioneelste sportorganisatie ter wereld opgeleverd. Beta-ball noemen ze dat dan ook. (Er is nu een bestseller over op de markt, die ik iedereen, zelfs de meest verstokte voetbalfan van harte aanbeveel.)
Het idee is natuurlijk universeel toepasbaar. Zeker in de professionele sport. Er zijn sporten te bedenken waar zeer professioneel maar heel star wordt gedacht. Vergis ik me of staat de ontwikkeling daar stiller dan elders?
Als sport niet innoveert en alleen maar doet wat het deed, dan zit professionaliteit in de weg. 
Bedoelt Bert Wagendorp dat in zijn Vals Spel? Ik ben benieuwd en men kan deze helft van REAL zeker aantreffen in de Aa kerk op 25 januari as. 


Bij Studium Generale:

Nieuw Licht 
VALS SPEL
Nieuw licht op sport, macht en geld
Bert Wagendorp, Jan Mulder, Bert Otten, Frank Meester en Coen Simon
Donderdag 25 januari  | 20.00 – 21.30 uur | Der Aa-Kerk, AKerkhof 2, Groningen
Tickets: €7,50,- / €5,- voor SG-kortingspashouders en studenten
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●

Dreigt door de professionalisering van de sport het spel verloren te gaan? Coen Simon en Frank Meester spreken met journalist en columnist Bert Wagendorp over zijn essay ‘Vals spel’ waarin hij zijn visie geeft op de verwevenheid van sport, macht en geld. Coreferenten zijn schrijver, sportanalist en oud-voetballer Jan Mulder en hoogleraar neuromechanica en oud- wielrenner Bert Otten.
Meer informatie

zondag, oktober 01, 2017

Dat noemen we de overkant en deze hier, is hier.

Zaterdagavond: Groene Uilen and friends thuis tegen Loon Lions 2.
Als coach zonder team heb ik van twee vrije zaterdagen genoten maar vandaag ben ik erbij.
De uitschuiftribune in de WAShal is redelijk gevuld. Gastensupporters, Ususal suspects, nieuwe ouders en een klein groepje "oud Uilen 1".
De koffie is nog net te drinken. Ik ga naast Bonny en haar buik zitten en Floor schuift even later aan met natte haren en een lichte frustratie over de met vrouwen 2 zojuist verloren wedstrijd.
Het team van de gasten is ook flink veranderd, zien we. Nog niet teveel lengte maar wel meteen weer redelijk flitsend, zoals we ze nog wel kennen van twee vrij kansloze missies vorig seizoen. Drives worden goed afgemaakt, drietjes vallen en de verdediging switcht intelligent en houdt het midden goed dicht. Uilen raakt op flinke achterstand in het eerste kwart. De bal gaat veel te langzaam rond, de kansen die alle screening in de fles biedt worden nog niet gelezen. We geven ze krediet. Nieuwe aanval, nieuwe samenstelling, nieuwe rolverdeling...het seizoen is nog lang.
Ik merk dat ik aanvankelijk vooral "mijn meiden" mentaal aanmoedig.
Vriend Frank vraagt of dat niet gek is, aan deze kant zitten, in plaats van aan de andere kant. Nou, zo gek zou dat niet moeten zijn. Ik heb dat wel eerder meegemaakt natuurlijk. De afstand tot de overkant is ook prettig: ik kan gewoon commentaar leveren in plaats van zorgvuldige feedback. Ik kan nu ook zeggen hoe Pieter en ik gewoonlijk omgingen met momentum: wanneer instrueren, wanneer doorbouwen op wat er gebeurt in het veld. Maar ik word ook heen en weer gesleept als ik vertrouwde dingen zie, waarmee we bezig waren en die blijkbaar nog niet af zijn.
De Uilen herpakken zich, samen met hun nieuwe vriendinnen (... - nee: de andere Uilen, die nieuw zijn en waar in mijn hoofd geen trajecten mee lopen- ... nee hun team genoten... nee: de Uilen. Punt. ) en trekken door steeds meer druk en lef en samenwerking de wedstrijd uiteindelijk naar zich toe.
De pont meert af aan deze kant als we worden bedankt voor onze steun. Graag gedaan. En zonder verantwoordelijkheid voor de hele volgende week en de langere termijn, tuf ik tevreden weer naar huis. Mooie avond.



dinsdag, september 26, 2017

Dankbaar voorbeeld



Vroeger had je nog geen internet, maar bladen en er sijpelde wel van alles door..

Het was de tijd dat we het op de training en in de kroeg regelmatig hadden over die ene speler, die zelf dacht dat hij toch ook wel eens kampioen moest worden, die individueel vergeleken werd met Magic Johnson (deze kan wel springen!) en Larry Bird (deze is veel sneller en beweeglijker!) maar zijn team nooit langs Celtics of Detroit Pistons kon trekken. Omdat hij - heerlijk voorbeeld- het veel te veel alleen deed.

"There is no I in T.E.A.M, Michael", zei zijn coach dan.. "There are two "I's" in Winning, coach", zei Michael. Heerlijke slogans.
En hoe je je als mindere spelers beter kon voelen als je wist dat je bij een ander team maar met één man rekening hoefde te houden.... Als we met Uilen de "Stuifzand Rules" goed toepasten wonnen we van Mustangs..
En je later weer kon zeggen, op je eigen, gemiddelde niveau: "Maar toen hij dat ook door kreeg......

Zo'n voorbeeld. Woensdagavond, Bij Studium Generale.

http://sggroningen.nl/nl/evenement/michael-jordan-superster