Mooi om te merken dat het globetrotten Donar goed af gaat. Je moet daar op dit niveau ook geen hekel aan hebben. Op moment van schrijven hebben we al drie uitwedstrijden met flinke reistijd achter de rug. Zelfs al eentje met bus, vliegtuig, bus, overnachting, spelen en weer terug. Geloof me: het is fijn om dan te winnen.
Zo’n reis naar Bristol kent dan nog wat afwisseling en een beetje gelegenheid om de benen te strekken.
Voor de BNXT is het bus heen en bus terug. En natuurlijk hebben we allemaal gezien wat een beenlengte de ploeg van dit jaar ten toon spreidt. Het mooie van benen is dat je ze op kunt vouwen bij de knie en dat ze dan met enige moeite tussen de rijen passen, maar de opbergfunctie van lange benen is niet wat we op het veld weer nodig hebben. Daar zoeken we naar de gebruiksfunctie. Hefbomen, explosies. Door je knieën gaan helpt, zitten niet. Je kunt ook dwars in de bank gaan hangen, maar de ruggen zijn ook best lang en overspannen makkelijk. Slapen onderweg is wenselijk voor de geest, maar het vlees lijdt. Dus reizen doet nogal veel met een sportlichaam.
Daar kun je je druk om maken. Er waren in 1996 nogal wat problemen bij het transport van de Nederlandse sporters voor de Olympische Spelen, waardoor flink gewacht moest worden op een vliegveld, nog voordat de vlucht naar Atlanta kon plaatsvinden. Iedereen maakte zich zorgen over alle ongemak, alles moet immers kloppen in de topsport. Wie zich het minste druk maakten waren de lange mannen van het Volleybal-team. Ze hadden geleerd die zorgen los te laten en werden bestookt met vragen van collega sporters, hoe ze toch zo rustig konden blijven? Het antwoord was simpel: wordt het beter als je je druk maakt?
De Volleybal mannen vouwden zich zo relaxed mogelijk op en wonnen goud. Misschien hadden ze geen ruimte in de stoelen.. ze hadden het wel in hun hoofd.
Blangé, heet de spelverdeler die toen een gouden medaille om zijn nek kreeg. Dat maakt het verhaaltje voor vandaag bijna rond. Zoon Joost heeft de keus gemaakt voor de leukere sport en die zien we dinsdag dan misschien ook in actie voor Rotterdam. De ploeg die geen Feijenoord meer heet, is nog op zoek naar de eerste overwinning in de BNXT league. Ze speelt ook niet in een Europese competitie en heeft dus duidelijk minder reiservaring.
Weetje: Voor Rotterdam is Groningen de verste uitreis. Ook de Belgische teams spelen op minder kilometers afstand dan de 250 tussen de Maasstad en Stad. Misschien hebben ze ook wel minder last van gebrekkige beenruimte dan Donar, want slechts twee van de spelers staan te boek als center. De rest noemen ze guard of small-forward.
Echter: onderschatten zou onterecht zijn. De Rotterdammers hebben beslist aardig gespeeld tegen topper Mechelen. En in het veld gaat het meer om de ruimte in het hoofd, dan om de afmetingen van ledematen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten