woensdag, december 28, 2011

mijn Baas


Ik ken maar een baas. De enige persoon die ik ook echt "baas", noemde was Pieter Tilstra. Het grootste deel van mijn sportcentrumleven was hij mijn baas.
Net voor kerst raakte ik twee mensen kwijt die voor mijn begrip van "directeur" stonden: mijn goeie oom Hans was directeur van een meubelfabriek, die zijn eigen naam droeg en Pieter Tilstra was "alleen maar" directeur van het universitair sportcentrum. Maar dat was wel mijn wereld, ja?
Ik kwam er natuurlijk in de loop van de tijd wel achter dat hij nog een "Hoofd" boven zich had en dat daarboven nog een "Secretaris" en een "Collegevoorzitter" waren geplaatst, maar toch: allebei directeur.
Mijn beeld van directeurschap hangt sterk aan hen allebei: zwierige, joviale mannen met manieren, en hart voor de zaak, gewend beslissingen te nemen. Iets van Bommel en van Tom Poes in een persoon. Nu zijn er geen bazen meer voor mij.
Tilstra besliste in een oogwenk over mijn carrière door me aan mijn mouw zijn kamertje binnen te trekken en me te vertellen dat ik vanaf 1 januari 1980 op de loonlijst kwam van het Sportcentrum.
Nou dat was dan zo. Je sprak hem niet tegen, zeker niet als bleue 21 jarige. Ik had een baan en ik ben nooit de briljante professor in de architectuurhistorie geworden, die ik op dat moment nog beloofde. Voor hem was dat een van de talrijke beslissingen die hij uit zijn mouw schudde; voor mij bepaalde het mijn verdere leven. Ik ben je eeuwig dankbaar, Baas.

Geen opmerkingen: