Ik behoor tot het netwerk van iemand die niet van netwerken houdt. Daarom moet de basketballcoach uit het westen van het land, wel iets overwonnen hebben voor hij de telefoon heeft gepakt om me te bellen.
Of ik een goed woordje voor hem kon doen bij de mensen van de HanzeHis, waar hij solliciteert op een docentenfunctie bij de afdeling Sportmanagement. Niet zo'n gekke gedachte om een link te veronderstellen tussen het Sportcentrum van de Universiteit en Hogeschool Groningen en de sporttak van die Hogeschool zelf.
Maar eigenlijk is die er toch niet. Waarom de Knowhow niet wat wordt opgevijzeld door wederzijdse kruisbestuiving zou ik eigenlijk niet weten. Sorry, Bert. Gek, maar je netwerk reikt niet tot in andere sportinstellingen. Jammer eigenlijk. Kunnen we daar niet wat aan doen? Als Bert daar nu eens gaat werken en dan in de toekomst eens een leuk team bij de Groninger Studenten gaat coachen? Dan hebben we een netwerk.
Ervaringenbank van Kaj Reker, o.a. basketballcoach. MOJO, NOJO, Ubuntu En wat verder voorbijkomt.
donderdag, juni 29, 2006
Wat wil je weten?
Hieronder begint het komend seizoen.
De coach hoort in te schatten waar de spelers staan. Als team, maar ook individueel.
Op grond van deze inschatting kunnen we tot IPP komen. Gooi er maar een term in: individueel progressie plan. Het is even geleden, dat ik dat per formulier gedaan heb, dus heb ik maar iets nieuws gemaakt. Mijn meiden kunnen het downloaden en mailen. Het hoeft niet naar de coach, trouwens. Als het maar tot inzicht leidt.
Zelfevaluatie formulier
Datum:
Naam:
Email :
Bezigheid overdag:
Geboortedatum
Lengte
Gewicht
Positie
Hoe schat je jezelf in? Altijd lastig en dan moet het ook nog van twee kanten. in de eerste plaats objectief: schaal 1-10, 1= start from scratch, 10= top WNBA. Maar daarnaast wil ik ook weten tot welk segment je jezelf, binnen het team, rekent: a klasse (beste drie), b subtopper (beste helft) c mindere godinnen.
Instelling
Positief denken
Teamgeest
Conditie
Snelheid
Kracht
Uithoudingsvermogen
Mentaliteit
Stressbestendig
Doorzettingsvermogen
Leervermogen
Communicatie
ballhandling
(ont)vangen
passing
rechts
links
passdiepte
passkeuze
aanvallend voetenwerk
Vrijlopen
Posten
Afrollen
Pivoteren
drive links
drive rechts
dribble op snelheid
controle dribble
richtingveranderingen
driepunter
stop en pop (jumpshot)
powermove
hookshot
turnaround&jumpshot
verdedigend voetenwerk
on the ball
off the ball
postdefense
helpside
close out
boxing out
inzicht in fastbreak
in press
tegen press
halfcourt offense
halfcourt defense
out of bounds
in tegenstander
Waarin ben je afgelopen seizoen beter geworden?
Wat ga je deze zomer doen waar je een betere speler van wordt?
Qua instelling?
Fysiek?
Technisch?
Mentaal?
En volgend seizoen?
Wat was je rol in het team?
Met wie speel je het liefst samen? (1,2,3) Waarom?
Met wie het minst graag? (1,2,3) (dit wordt geen idols) Waarom?
Wat voor rol heb je voor jezelf in gedachten in het team van volgend seizoen?
Wat verwacht je van de coach?
Wat verwacht je van je teamgenoten?
Wat is je uiteindelijke doel?
En met basketballen?
De coach hoort in te schatten waar de spelers staan. Als team, maar ook individueel.
Op grond van deze inschatting kunnen we tot IPP komen. Gooi er maar een term in: individueel progressie plan. Het is even geleden, dat ik dat per formulier gedaan heb, dus heb ik maar iets nieuws gemaakt. Mijn meiden kunnen het downloaden en mailen. Het hoeft niet naar de coach, trouwens. Als het maar tot inzicht leidt.
Zelfevaluatie formulier
Datum:
Naam:
Email :
Bezigheid overdag:
Geboortedatum
Lengte
Gewicht
Positie
Hoe schat je jezelf in? Altijd lastig en dan moet het ook nog van twee kanten. in de eerste plaats objectief: schaal 1-10, 1= start from scratch, 10= top WNBA. Maar daarnaast wil ik ook weten tot welk segment je jezelf, binnen het team, rekent: a klasse (beste drie), b subtopper (beste helft) c mindere godinnen.
Instelling
Positief denken
Teamgeest
Conditie
Snelheid
Kracht
Uithoudingsvermogen
Mentaliteit
Stressbestendig
Doorzettingsvermogen
Leervermogen
Communicatie
ballhandling
(ont)vangen
passing
rechts
links
passdiepte
passkeuze
aanvallend voetenwerk
Vrijlopen
Posten
Afrollen
Pivoteren
drive links
drive rechts
dribble op snelheid
controle dribble
richtingveranderingen
driepunter
stop en pop (jumpshot)
powermove
hookshot
turnaround&jumpshot
verdedigend voetenwerk
on the ball
off the ball
postdefense
helpside
close out
boxing out
inzicht in fastbreak
in press
tegen press
halfcourt offense
halfcourt defense
out of bounds
in tegenstander
Waarin ben je afgelopen seizoen beter geworden?
Wat ga je deze zomer doen waar je een betere speler van wordt?
Qua instelling?
Fysiek?
Technisch?
Mentaal?
En volgend seizoen?
Wat was je rol in het team?
Met wie speel je het liefst samen? (1,2,3) Waarom?
Met wie het minst graag? (1,2,3) (dit wordt geen idols) Waarom?
Wat voor rol heb je voor jezelf in gedachten in het team van volgend seizoen?
Wat verwacht je van de coach?
Wat verwacht je van je teamgenoten?
Wat is je uiteindelijke doel?
En met basketballen?
zondag, juni 25, 2006
sportpsychologie
"Ik wil dat ons land juicht" van Guus Meeuwis gehoord? Heeft ie samen met Ruud v Nistelrooy geschreven. Tekst komt erg bekend voor. Op wat ingebakken sentiment na, woord voor woord afkomstig uit de Sportpsychologie. Goed bezig, Ruud.
parelmoestasj
Dertig jaar geleden is het alweer, dat de ondergeschoven studententak van Donar opeens veranderde in Moestasj. Dat is echt Good Old Moestasj.
Opeens zwarte shirtjes van Jansen en Tilanus in plaats van de afdragertjes van NN Donar, die trouwens toch veel te groot waren, zeker voor voorzitter Frits.
Met drie man zaten we herinneringen op te halen aan een van de leukste periodes in ons basketballverleden. Echte ouwe Moessies, tussen neus en lippen wat verkaald en verder wat vergrijsd, maar we waren erbij. En volgend jaar bestaat Uilen 50 jaar en dan zijn we er waarschijnlijk gewoon weer. Want deze Good Old Moestasjers zijn ook grijze Uilen. En waren we toen anders? Zo ja, dan hebben we het niet gemerkt...
Opeens zwarte shirtjes van Jansen en Tilanus in plaats van de afdragertjes van NN Donar, die trouwens toch veel te groot waren, zeker voor voorzitter Frits.
Met drie man zaten we herinneringen op te halen aan een van de leukste periodes in ons basketballverleden. Echte ouwe Moessies, tussen neus en lippen wat verkaald en verder wat vergrijsd, maar we waren erbij. En volgend jaar bestaat Uilen 50 jaar en dan zijn we er waarschijnlijk gewoon weer. Want deze Good Old Moestasjers zijn ook grijze Uilen. En waren we toen anders? Zo ja, dan hebben we het niet gemerkt...
dierbaren
Zoals dat ook gaat met mensen, die op elkaar gesteld zijn, zijn Moestasj en Uilen, de zwarten en de groenen, ook altijd om elkaar aan het heen draaien in een dans van toenadering en afstoting.
De belangen zijn dezelfde, de meeste feesten zijn hetzelfde, al kun je je natuurlijk voorstellen, dat je ook beide je eigen ruimte nodig hebt. Zo willen de Moessies ook wel eens onder elkaar zijn, bij een lustrum bijvoorbeeld.
Mijn gewaardeerde ex-collega Marten Scheepstra, die nog nooit in een statement is gestikt, speelde de verschillen tussen beide clubs enorm hoog op: "Natuurlijk is er wel een groot verschil in cultuur tussen Uilen en Moestasj", verkondigde hij steevast. "Ja hoor, dat is er echt: Uilen spelen in het groen en Moessies in het zwart."
Uiteraard bestaat er wel een wij en zij. Bijvoorbeeld doet het idee de ronde, dat Moestasj meer een club is van de universiteit en Uilen meer van het HBO. Wie telt het even na? Moestasj zou ook meer corpsleden tellen. Corpsleden horen natuurlijk niet bij onontgroende Uilen. Moessies doen meer aan identiteitbevordering door gezamenlijk naar toernooien te gaan en met een hele grote afvaardiging "The March Of The Penguins" te bekijken. Uilen hebben zoiets, sinds de teloorgang van de Fabeltjeskrant, niet.
De verschillen zijn dus heel klein, ongeveer zo groot als die tussen twee mensen, en dan nog tussen mensen, die best eens iets met elkaar zouden kunnen krijgen. De belangen zijn in elk geval dezelfde. Beide clubjes zijn echter nogal klein volgens ACLO maatstaven.
Een paar jaar geleden had ik de clubs na eindeloos gelul eindelijk zover, dat ze zich samen aan de ACLO zouden presenteren, als de Groninger studentenbasketballers.
We praatten over verdergaande samenwerking op het vlak van wedstrijdplanning, scheidsrechtersaanschrijving, uitwisseling van coaches en zelfs teamindeling.
Helaas wilde de ACLO er niet aan en bleef de verenigingen nadrukkelijk als twee verschillende gesprekspartners beschouwen en vanaf dat punt liep het weer wat uit elkaar. Het werd zelfs erger: De urenaanvraag ging tot twee jaar geleden altijd via de vakgroep (lees: via ondergetekende. Ik overlegde met de clubs over aantallen teams, wensen mbt uitbreiding daarvan en over coaches en overlegde binnen het sportcentrum over het aantal toe te wijzen uren. Vervolgens werd er dan weer in overleg met de besturen een rooster gemaakt, waarin de overeenkomsten meer dan de verschillen werden benadrukt. In gezamenlijkheid kon altijd worden duidelijk gemaakt welke teams meer training behoefden dan andere.
Nu worden de clubs gedwongen helemaal aparte aanvragen te doen, waarbij alleen rekeing wordt gehouden met de harde cijfers van de ledenaantallen en niet met verschillen in niveau. Moestasj heeft niet bijzonder veel noten op de zang en heeft zich bescheiden opgesteld meteen aanvraag die de eigen behoeften dekt. Uilen heeft meer begeleiding nodig omdat daar nu een keer de problematiek van twee landelijk spelende teams speelt. Probleem van de aparte clubs, zegt de ACLO.
Meer dan ooit hebben de clubs elkaar nodig. Samen hebben we meer dan 200 leden. Dat is een behoorlijke samenlevingsvorm. Het moet er maar weer eens van komen tussen groen en zwart. Les extremes doivent(?) se toucher.
De belangen zijn dezelfde, de meeste feesten zijn hetzelfde, al kun je je natuurlijk voorstellen, dat je ook beide je eigen ruimte nodig hebt. Zo willen de Moessies ook wel eens onder elkaar zijn, bij een lustrum bijvoorbeeld.
Mijn gewaardeerde ex-collega Marten Scheepstra, die nog nooit in een statement is gestikt, speelde de verschillen tussen beide clubs enorm hoog op: "Natuurlijk is er wel een groot verschil in cultuur tussen Uilen en Moestasj", verkondigde hij steevast. "Ja hoor, dat is er echt: Uilen spelen in het groen en Moessies in het zwart."
Uiteraard bestaat er wel een wij en zij. Bijvoorbeeld doet het idee de ronde, dat Moestasj meer een club is van de universiteit en Uilen meer van het HBO. Wie telt het even na? Moestasj zou ook meer corpsleden tellen. Corpsleden horen natuurlijk niet bij onontgroende Uilen. Moessies doen meer aan identiteitbevordering door gezamenlijk naar toernooien te gaan en met een hele grote afvaardiging "The March Of The Penguins" te bekijken. Uilen hebben zoiets, sinds de teloorgang van de Fabeltjeskrant, niet.
De verschillen zijn dus heel klein, ongeveer zo groot als die tussen twee mensen, en dan nog tussen mensen, die best eens iets met elkaar zouden kunnen krijgen. De belangen zijn in elk geval dezelfde. Beide clubjes zijn echter nogal klein volgens ACLO maatstaven.
Een paar jaar geleden had ik de clubs na eindeloos gelul eindelijk zover, dat ze zich samen aan de ACLO zouden presenteren, als de Groninger studentenbasketballers.
We praatten over verdergaande samenwerking op het vlak van wedstrijdplanning, scheidsrechtersaanschrijving, uitwisseling van coaches en zelfs teamindeling.
Helaas wilde de ACLO er niet aan en bleef de verenigingen nadrukkelijk als twee verschillende gesprekspartners beschouwen en vanaf dat punt liep het weer wat uit elkaar. Het werd zelfs erger: De urenaanvraag ging tot twee jaar geleden altijd via de vakgroep (lees: via ondergetekende. Ik overlegde met de clubs over aantallen teams, wensen mbt uitbreiding daarvan en over coaches en overlegde binnen het sportcentrum over het aantal toe te wijzen uren. Vervolgens werd er dan weer in overleg met de besturen een rooster gemaakt, waarin de overeenkomsten meer dan de verschillen werden benadrukt. In gezamenlijkheid kon altijd worden duidelijk gemaakt welke teams meer training behoefden dan andere.
Nu worden de clubs gedwongen helemaal aparte aanvragen te doen, waarbij alleen rekeing wordt gehouden met de harde cijfers van de ledenaantallen en niet met verschillen in niveau. Moestasj heeft niet bijzonder veel noten op de zang en heeft zich bescheiden opgesteld meteen aanvraag die de eigen behoeften dekt. Uilen heeft meer begeleiding nodig omdat daar nu een keer de problematiek van twee landelijk spelende teams speelt. Probleem van de aparte clubs, zegt de ACLO.
Meer dan ooit hebben de clubs elkaar nodig. Samen hebben we meer dan 200 leden. Dat is een behoorlijke samenlevingsvorm. Het moet er maar weer eens van komen tussen groen en zwart. Les extremes doivent(?) se toucher.
dinsdag, mei 30, 2006
Niets boven de RuG
We kunnen er niet meer omheen. Vorige week was de Groninger Universiteit met voorsprong het sportiefst, gisteren wonnen "we" ( zie Jan Mulder, Volkskrant, heden) ook de universitaire kennisquiz. Fijn voor ons.
Jammer dat de Rector Magnificus niet in Twente is gesignaleerd, aan de andere kant: hij had dan ook voor de moeilijke keuze gestaan een finale met Groningen uit te zoeken. Misschien beschouwt hij dit VPRO programma ook wel als Studentenkampioenschapsfinale en koos hij voor die, waarbij de TV aanwezig was....
In elk geval "wij" feliciteren "ons" en het College van Bestuur hartelijk met de succesvolle meimaand. Nu nog de toptien van het Times Higher Educational Supplement.
Jammer dat de Rector Magnificus niet in Twente is gesignaleerd, aan de andere kant: hij had dan ook voor de moeilijke keuze gestaan een finale met Groningen uit te zoeken. Misschien beschouwt hij dit VPRO programma ook wel als Studentenkampioenschapsfinale en koos hij voor die, waarbij de TV aanwezig was....
In elk geval "wij" feliciteren "ons" en het College van Bestuur hartelijk met de succesvolle meimaand. Nu nog de toptien van het Times Higher Educational Supplement.
maandag, mei 22, 2006
toppers
Ik weet nog steeds niet waar ik tevredener over was: over het goede spel van de GNSK ploeg in Twente wat culmineerde in een erg goede eerste helft van de finale tegen Amsterdam of over de overwinning van de achterblijvende Uilen in de laatste competitiewedstrijd in Stadskanaal. Allebei een genoegen, dat mijn nachtrust erg ten goede kwam. Voor het eerst van m'n leven heb ik dan ook door het toernooifeest heen geslapen. Hulde.
Dat Amsterdam te goed zou zijn, was wel te verwachten. De complete basis van eredivisieploeg Lely versterkt met Tanya Bröring (die met lede ogen de life-coverage van de damesplayoffs aan zal hebben gezien, tot ze daaruit verlost werd door het spelen van een andere finale om een ander Nederlands kampioenschap.
Maar we speelden wel aardig. We groeiden in het toernooi en iedereen had haar shining moment wel. Aanvoerdster Tessa, Elke, Margreet en Fre schoten belangrijke drietjes, Suus blonk uit in de aanvalsrebound en liet zich scorend ook zien. Caroline en Carian vevulden hun rollen als insidedreiging en reboundsters met verve, Naomi buffelde, scoorde en verdedigde met name in de eerste helft van de finale als een beest en Cookie was het centrale punt in de breaks, het rustpunt in de aanval en als dat nodig was, had ze ook scorend een grote inbreng. Dat we na 31-30 bij rust niet door konden zetten was jammer. We hadden net de rol niet, misten net de grote schoten en kwamen door het helaas ontijdig vertrek van Carian net wat rebound power te kort.
Toch was het mooi.
In de auto kegen we direct bericht uit het provinciale oostblok: Emily, Charlotte, Jo en Jokko haden met behulp van Floor, Jorieke, Marlien en Pino gewonnen in Stadskanaal. Natalie had gecoacht. In het derde kwart een spurtje, dat uiteindelijk genoeg bleek. Geweldig. Maar meer weet ik dus niet. Misschien dat iemand dat met commentaar nog aan kan vullen?
Lekker geslapen in elk geval...
Dat Amsterdam te goed zou zijn, was wel te verwachten. De complete basis van eredivisieploeg Lely versterkt met Tanya Bröring (die met lede ogen de life-coverage van de damesplayoffs aan zal hebben gezien, tot ze daaruit verlost werd door het spelen van een andere finale om een ander Nederlands kampioenschap.
Maar we speelden wel aardig. We groeiden in het toernooi en iedereen had haar shining moment wel. Aanvoerdster Tessa, Elke, Margreet en Fre schoten belangrijke drietjes, Suus blonk uit in de aanvalsrebound en liet zich scorend ook zien. Caroline en Carian vevulden hun rollen als insidedreiging en reboundsters met verve, Naomi buffelde, scoorde en verdedigde met name in de eerste helft van de finale als een beest en Cookie was het centrale punt in de breaks, het rustpunt in de aanval en als dat nodig was, had ze ook scorend een grote inbreng. Dat we na 31-30 bij rust niet door konden zetten was jammer. We hadden net de rol niet, misten net de grote schoten en kwamen door het helaas ontijdig vertrek van Carian net wat rebound power te kort.
Toch was het mooi.
In de auto kegen we direct bericht uit het provinciale oostblok: Emily, Charlotte, Jo en Jokko haden met behulp van Floor, Jorieke, Marlien en Pino gewonnen in Stadskanaal. Natalie had gecoacht. In het derde kwart een spurtje, dat uiteindelijk genoeg bleek. Geweldig. Maar meer weet ik dus niet. Misschien dat iemand dat met commentaar nog aan kan vullen?
Lekker geslapen in elk geval...
GNSK

Je hebt profs, je hebt amateurs en je hebt studentensporters.
Het is speciaal volk, daar weten we alles van. Fanatiek, slim, in de kracht van hun leven: het niveau bij de Grote Nederlandse Studenten Kampioenschappen is dan ook de moeite waard.
Nog altijd, al staan er nog maar in een enkele sport internationals op de vloer.
Het wordt toch meer een feest. Zoals de sponsor zei bij het openingswoord: “Zo’n evenement i s volgens ons bij uitstek geschikt om de student aan het bewegen te krijgen…” Nee meneer, zulke studenten zijn hier verdwaald. Dit zijn geen bewegers, die lekker willen zweten, dit zijn sporters. En die gaat het om de kwaliteit van de beweging, niet zozeer de hoeveelheid minuten. (Meidenvoetbal staat over twee dagen een kramptrekkende 6 uur te voetballen (6 tegen 6 over het halve veld (zo’n 65 meter?) op doornatte velden. Beetje veel, lijkt me.
En de organisatie was van een Rita-achtige regel- en controlevastheid. Er waren nog net geen gepersonaliseerde bonnetjes waarmee je naar de WC kon, op gezette tijden.
Al dat geregel eromheen maakt het duur. Voor twee dagen studie onderbreking voor de eer van je eigen sportinstelling mag de deelnemer 20 euro neertellen. (waarvan dan nog de helft gesponsord door de ACLO)Weet u nog dat dat ongeveer 50 gulden was? En dan moet je er nog heen. Ik schaam me eigenlijk een beetje om mensen te vragen. Maar ik heb wel weer van ze genoten. Want Groningen doet het goed. Wat het ook wel weer saai maakt. Alle finales worden ongeveer tegelijk gespeeld en Groningen doet ongeveer aan alle finales mee: voor stadjersloze tribunes. We doen waarvoor we komen: Wedstrijd spelen, medaille ophalen. ( met bonnetje bij de medaillebar) Want één ding blijft duidelijk: de GNSK is een spel voor 1200 studentensporters en Groningen wint.
Kaj
nog één keer
De revaliderende Iris, die konden we ook wel eens voorzichtig gebruiken bij de oefening. 3 tegen Iris maar als je niet scoort 5 push-ups. Ik moest nog wat meer details toevoegen en bedacht ondertussen, dat Iris echt wel een "presence" is en dat het best nog wel eens regelmatig tot voltrekking van die strafmaatregel zou kunnen komen. Het gaat om het signaal, de opdrukkers zijn een blessing in disguise maar op deze training is hun aantal niet doorslaggevend. "Doe maar 3 push-ups", besluit ik de uitleg.
Lyet, als enige gelicenseerde coach in de groep, kent dit proces: "3 push-ups, Kaj? Leg je het nóg één keer uit?"
Lyet, als enige gelicenseerde coach in de groep, kent dit proces: "3 push-ups, Kaj? Leg je het nóg één keer uit?"
dinsdag, mei 16, 2006
nederlagen met gevolgen
Allebei de nederlagen van afgelopen weekend hebben gevolgen.
We moeten nog naar Stadskanaal, as. zaterdag. GUMIT en GNSK of niet. Omdat het voor Stadskanaal nog belangrijk zou kunnen zijn. Degradatie dreigt. Nu zal die dreiging wel niet fysiek zo heel groot zijn, omdat wij omhoog gaan, zal er maar één team hoeven te degraderen uit de Hoofdklasse en zijn dus zowel Scylla als Jahn zeker van hun plekje.
Als wij omhoog gaan...het wordt nu even complex. Scylla en Jahn staan allebei op twaalf punten. Jahn heeft de punten nodig. Scylla ook. Stel: wij gaan niet en Jahn wint met 20-0. Scylla wint de eerder gestaakte wedstrijd tegen HSV. Dan staan beide op 14 punten. Nog steeds niks aan de hand, want ze blijven er toch in, want wij gaan immers omhoog? Nou ja... wij krijgen 2 punten in mindering door niet te komen: dat betekent, dat wij eindigen op 32 punten op de tweede plaats. Die recht geeft op promotie door een getrapt promotierecht. Nou ja... Tudo is derde en heeft met 31 punten nog een wedstrijd te gaan. Die wordt normaliter niet vastgesteld, want gaat nergens om. Nou ja... wel in het bovenstaande scenario...: Tudo kan dan nog tweede worden immers. We denken even verder: Wij worden bij winst van Tudo geen tweede, maar derde...dan hoeft de NBB helemaal geen rekening met ons te houden. Recht op een plekje in de promotiedivisie hebben we dan in elk geval niet meer. We denken door: helaas voor ons besluit de bond ons niet te laten promoveren (Groningen uit, altijd lastig voor andere clubs, tenslotte) Dan degraderen er twee ploegen, waardoor een beslissingswedstrijd tussen Scylla en Jahn nodig is. Scylla wint die; Jahn degradeert. Ben je daar nog, trouwe lezer? Dan weet je, dat Jahn beter echt tegen ons kan spelen. Eigenlijk, dat het uit economisch/organisatorisch uitgangspunt beter was geweest de wedstrijd helemaal niet vast te stellen...(win voor Jahn, win voor Scylla, win voor het Rayon, win voor de GNSKploeg, win voor ons Uilen: een quintuple win-situatie!)
Als het voorgaande je te ver gaat, dan snap je in elk geval ook, dat als Moestasj (en dat had gekund) van Tudo had gewonnen, dat we dan over een hypothetisch geval hadden gesproken. En ook dat als we gewonnen hadden van DGS gewoon onze gang hadden kunnen gaan, vanuit ons gezichtspunt én dat van Scylla en Jahn.
We moeten nog naar Stadskanaal, as. zaterdag. GUMIT en GNSK of niet. Omdat het voor Stadskanaal nog belangrijk zou kunnen zijn. Degradatie dreigt. Nu zal die dreiging wel niet fysiek zo heel groot zijn, omdat wij omhoog gaan, zal er maar één team hoeven te degraderen uit de Hoofdklasse en zijn dus zowel Scylla als Jahn zeker van hun plekje.
Als wij omhoog gaan...het wordt nu even complex. Scylla en Jahn staan allebei op twaalf punten. Jahn heeft de punten nodig. Scylla ook. Stel: wij gaan niet en Jahn wint met 20-0. Scylla wint de eerder gestaakte wedstrijd tegen HSV. Dan staan beide op 14 punten. Nog steeds niks aan de hand, want ze blijven er toch in, want wij gaan immers omhoog? Nou ja... wij krijgen 2 punten in mindering door niet te komen: dat betekent, dat wij eindigen op 32 punten op de tweede plaats. Die recht geeft op promotie door een getrapt promotierecht. Nou ja... Tudo is derde en heeft met 31 punten nog een wedstrijd te gaan. Die wordt normaliter niet vastgesteld, want gaat nergens om. Nou ja... wel in het bovenstaande scenario...: Tudo kan dan nog tweede worden immers. We denken even verder: Wij worden bij winst van Tudo geen tweede, maar derde...dan hoeft de NBB helemaal geen rekening met ons te houden. Recht op een plekje in de promotiedivisie hebben we dan in elk geval niet meer. We denken door: helaas voor ons besluit de bond ons niet te laten promoveren (Groningen uit, altijd lastig voor andere clubs, tenslotte) Dan degraderen er twee ploegen, waardoor een beslissingswedstrijd tussen Scylla en Jahn nodig is. Scylla wint die; Jahn degradeert. Ben je daar nog, trouwe lezer? Dan weet je, dat Jahn beter echt tegen ons kan spelen. Eigenlijk, dat het uit economisch/organisatorisch uitgangspunt beter was geweest de wedstrijd helemaal niet vast te stellen...(win voor Jahn, win voor Scylla, win voor het Rayon, win voor de GNSKploeg, win voor ons Uilen: een quintuple win-situatie!)
Als het voorgaande je te ver gaat, dan snap je in elk geval ook, dat als Moestasj (en dat had gekund) van Tudo had gewonnen, dat we dan over een hypothetisch geval hadden gesproken. En ook dat als we gewonnen hadden van DGS gewoon onze gang hadden kunnen gaan, vanuit ons gezichtspunt én dat van Scylla en Jahn.
spanningsboog werkt tegen
Uilen verliest bij Groene Ster. Groene Ster was goed, schoot steeds op onverwachte momenten onverwachte schoten raak. Groene Ster was sterk onder de borden. Groene Ster geloofde er bijna hele wedstrijd in. Vooral in het begin beperkte de Groene tegenstand zich "tot aardig partij willen geven aan de hoger ingeschatte uilen". Niemand had toen gek opgekeken als er na 5 minuten een voorsprong van 10 punten op het bord had gestaan. Maar de eerste wakkerschud time-out kwam al heel snel: in riante positie onder of onderweg naar de open basket vingen we niet of dribbelden we op onze voeten of passten we achter of voor elkaar en als we al tot een vrij schot kwamen van 3 meter of minder, dan ging het mis.
Tegen Shadows hadden we ons allemaal, individueel, met focus op een persoonlijke taak op scherp gezet. De spanningsboog zat nu niet goed. Dat we heel veel kansen kregen bleek wel uit de stand na het eerste kwart: 19-16 in ons voordeel.
We waren onszelf niet: we werkten hard maar waren niet geconcentreerd en dat drong door tot de tegenpartij. In het tweede kwart werden we boos op ons zelf. Coach ging hierin ook niet vrijuit. Te veel gehamer op wat er niet goed ging, terwijl dat nu juist vrij duidelijk was. Bij rust was het 34-28 in ons nadeel en duidelijk was, dat we teveel punten tegen kregen. Alleen Margreet onttrok zich scorend wat aan de malaise. Met haar an het kanon sprongen we meteen weer op de nek van Groene ster: tussenstand 34-34 kon je ook als startpunt van de tweede helft zien. En nu iedereen weer relaxed maar scherp, dachten we. Maar ook deze kans om de wedstrijd naar onze hand te zetten gerepen we niet. Nu faalde de rebound en ouletpass een paar keer opzichtig en Groene Ster ging steeds beter afmaken: uit onmogelijke drives, die eindigden op vliegende schoten van de vrijeworplijn, uit aanvalsrebounds na hulpeloos uitziende aanvallen en zelfs uit eenvoudige steals en een keer door wel heel ongebalanceerd aanvalsrebounden van ons. Voeg nog twee zwaar verdedigde 3 punters toe en we staan hopeloos achter, met een niet overtuigende aanval tegen een hoog rendements tegenstander, die de wedstrijd van het jaar speelt.
Ons beste kwart moest nog komen. Eindelijk speelden we voor wat we waard waren. Elke ging scoren, Margreet ging door, Charlotte schoot zichzelf op het sheet en Emily was eindelijk echt gefocust. Jorieke bleef aanvallend ongelukkig en Suus had nog steeds de avond van tevoren niet helemaal uit het systeem. Het werd 'em net niet. Met 20-13 in het laatste kwart kwamen we 4 punten te kort: 65-61. Twee layups raak en één weggevertje minder.... Wanneer in de wedstrijd telt dan helemaal niet. Er is altijd reden om je spanningsboog te onderhouden. Nu waren we in het begin onder- en halverwege overgeconcentreerd. Groene Ster groeide in die tijd naar een voorsprong toe, die ze vast konden houden. Het was verdiend. Ze speelden top.
We kennen dat nog goed van vorig jaar, toen we in deze fase van de competitie het hooggeplaatste -maar verzwakte- Akrides na verlenging in onze eigen zaal versloegen. We weten ook nog wel hoe blij we daarmee waren...
Scores: Margreet 22, Elke 14.
Tegen Shadows hadden we ons allemaal, individueel, met focus op een persoonlijke taak op scherp gezet. De spanningsboog zat nu niet goed. Dat we heel veel kansen kregen bleek wel uit de stand na het eerste kwart: 19-16 in ons voordeel.
We waren onszelf niet: we werkten hard maar waren niet geconcentreerd en dat drong door tot de tegenpartij. In het tweede kwart werden we boos op ons zelf. Coach ging hierin ook niet vrijuit. Te veel gehamer op wat er niet goed ging, terwijl dat nu juist vrij duidelijk was. Bij rust was het 34-28 in ons nadeel en duidelijk was, dat we teveel punten tegen kregen. Alleen Margreet onttrok zich scorend wat aan de malaise. Met haar an het kanon sprongen we meteen weer op de nek van Groene ster: tussenstand 34-34 kon je ook als startpunt van de tweede helft zien. En nu iedereen weer relaxed maar scherp, dachten we. Maar ook deze kans om de wedstrijd naar onze hand te zetten gerepen we niet. Nu faalde de rebound en ouletpass een paar keer opzichtig en Groene Ster ging steeds beter afmaken: uit onmogelijke drives, die eindigden op vliegende schoten van de vrijeworplijn, uit aanvalsrebounds na hulpeloos uitziende aanvallen en zelfs uit eenvoudige steals en een keer door wel heel ongebalanceerd aanvalsrebounden van ons. Voeg nog twee zwaar verdedigde 3 punters toe en we staan hopeloos achter, met een niet overtuigende aanval tegen een hoog rendements tegenstander, die de wedstrijd van het jaar speelt.
Ons beste kwart moest nog komen. Eindelijk speelden we voor wat we waard waren. Elke ging scoren, Margreet ging door, Charlotte schoot zichzelf op het sheet en Emily was eindelijk echt gefocust. Jorieke bleef aanvallend ongelukkig en Suus had nog steeds de avond van tevoren niet helemaal uit het systeem. Het werd 'em net niet. Met 20-13 in het laatste kwart kwamen we 4 punten te kort: 65-61. Twee layups raak en één weggevertje minder.... Wanneer in de wedstrijd telt dan helemaal niet. Er is altijd reden om je spanningsboog te onderhouden. Nu waren we in het begin onder- en halverwege overgeconcentreerd. Groene Ster groeide in die tijd naar een voorsprong toe, die ze vast konden houden. Het was verdiend. Ze speelden top.
We kennen dat nog goed van vorig jaar, toen we in deze fase van de competitie het hooggeplaatste -maar verzwakte- Akrides na verlenging in onze eigen zaal versloegen. We weten ook nog wel hoe blij we daarmee waren...
Scores: Margreet 22, Elke 14.
bedankt
Bedankt, moessiemeiden, dat ik jullie een keer zo diep mocht zien gaan.
In een behoorlijk volwassen wedstrijd tegen Tudo ging jullie 35 minuten volledig gelijk op. Heel knap, na die enorme domper van 5 seconden in de pot, toen Laura weer door haar knie met contraptie en al, heen ging. Bravo voor de meden, die 40 minuten vochten, bravo voor Marjolein en Femke, die bijdroegen in de score en in de efense of ze er altijd al bij waren. Een opleving van Wilma Klaster deed jullie de das om. Mijn schuld: had ik nog meer achter aan moeten zitten, toen ze naar Grunnen kwam.
In een behoorlijk volwassen wedstrijd tegen Tudo ging jullie 35 minuten volledig gelijk op. Heel knap, na die enorme domper van 5 seconden in de pot, toen Laura weer door haar knie met contraptie en al, heen ging. Bravo voor de meden, die 40 minuten vochten, bravo voor Marjolein en Femke, die bijdroegen in de score en in de efense of ze er altijd al bij waren. Een opleving van Wilma Klaster deed jullie de das om. Mijn schuld: had ik nog meer achter aan moeten zitten, toen ze naar Grunnen kwam.
maandag, mei 08, 2006
sportpsychologie
Gisteren keek ik op TV naar Astronauts-Capitals. Ik zie Donar eigenlijk uitsluitend op TV. Ze spelen altijd op donderdag en dan ben ik niet beschikbaar. Geweldig dat het nu zo wordt gecoverd. Eindelijk eens met een serie camera's. En de dames? Ik had Cookie ook nog wel eens voorbij willen zien flitsen. De Mannencompetitie dus. Of alle spelers daar al wel goed tegen kunnen is maar de vraag. Er is te merken, dat er meer op het spel staat en meer bekijks is. Ok bij de drie scheidsrechters, die toch af en toe minder waar nemen, dan ik. Niet zeuren, stevige pot. (vooral van Paasen, die ik ken als een wat timide middenafstand schutter uit z'n DAS tijd. De Uilen verloren wel in Delft..Stevig!)
Amsterdam topper Spinks keek al met een half oog het veld in..volgende keer.... In elk geval: over motivatie hoef je met deze jongens niet te praten. Waar die vandaan komt zul je wellicht wel een boom over op kunnen zetten. Wat heeft die Reed eigenlijk op z'n arm staan? TV heeft zo z'n voordelen, daar is weer een close up: Philipenzes 4:13. Dat had ik daar niet verwacht. De brief van apostel Paulus aan de Filipenzen 4e hoofdstuk, vers dertien ken ik niet uit m'n hoofd. Zoeken we op: "Ik ben tegen alles bestand door hem die mij kracht geeft." Sportpsychologie uit het jaar 0. Nou nee: het jaar 35 ongeveer? Reed is in elk geval ook tegen het verlies bestand.
Amsterdam topper Spinks keek al met een half oog het veld in..volgende keer.... In elk geval: over motivatie hoef je met deze jongens niet te praten. Waar die vandaan komt zul je wellicht wel een boom over op kunnen zetten. Wat heeft die Reed eigenlijk op z'n arm staan? TV heeft zo z'n voordelen, daar is weer een close up: Philipenzes 4:13. Dat had ik daar niet verwacht. De brief van apostel Paulus aan de Filipenzen 4e hoofdstuk, vers dertien ken ik niet uit m'n hoofd. Zoeken we op: "Ik ben tegen alles bestand door hem die mij kracht geeft." Sportpsychologie uit het jaar 0. Nou nee: het jaar 35 ongeveer? Reed is in elk geval ook tegen het verlies bestand.
dinsdag, april 25, 2006
rebound effect
Laat ik eens uitleggen, wat een rebound effect is. Dat is, als je drie jaar een bepaalde dosis bêtablokker gebruikt en dat je dan gaat veranderen van dosis, dat je dan, van de weeromstuit in dezelfde ellende terecht komt, als waar dat medicijn je tegen beschermde. En zo bevond ik mij zondagvond op de hartbewaking van he UMCG, terwijl ik eigenlijk mijn moeder had willen bezoeken. Maar ik zou het hebben over het rebound effect.
Als je opeens mindert in je voorgeschreven dosis rebounds kom je ook in de puree. De rebound was de crux tegen de Shadows. Het eerste kwart was voor ons, Jorieke sleurde de Uilen naar een voorsprong, maar we verzuimden door te drukken. Elke werd nadrukkelijk uit de wedstrijd gehouden door een geconcentreerde Monique. In het tweed kwart begon het beeld van de wedstrijd zich af te tekenen. Waar we uit hadden kunnen lopen, verzuimden we dat. Shadows deed vaak drie keer over de aanval, zodat we af en toe bijna een minuut achter elkaar aan het verdedigen waren. En van die minuut 55 seconden heel behoorlijk en met grote inzet. In voetbaltermen gesproken had Shadow verreweg het meeste balbezit. En zonder balbezit is het nu een keer niet mogelijk om uit te lopen. Toch was het goed, dat we, ook dankzij goede invalbeurten van Pau-en Marlien steeds bij bleven. Bij het begin van het derde kwart leken we even weg te springen. Een break, een score uit de press en een 3 punter van Lyet gaven ons opeens een 6 punten voorsprong. Erg sterk spel van Mo Anbergen was het antwoord van de Shadows. Goed verdedigd schoot ze er twee drietjes in. Weer gelijk.
In het vierde kwart viel al vrij snel het gat. We bleken net niet cool genoeg om de layups te maken en de beslissende rebounds te pakken. Toen het gat er was, bleven we er nadrukkelijk voor gaan, conditioneel hadden we nog wel wat te bieden, maar de Shadows raakten niet meer in paniek. En als ze de schoten misten, was er te vaak net eentje vrij om de rebound te pakken. Met groot effect.
(ik weet nog van geen eindstand, laat staan persoonlijke scores. Ik weet van persoonlijke inzet en er is geen reden om van iemand op dat vlak iets slechts te zeggen. A little sadder (we worden dus geen kampioen) and a lot wiser?)
Als je opeens mindert in je voorgeschreven dosis rebounds kom je ook in de puree. De rebound was de crux tegen de Shadows. Het eerste kwart was voor ons, Jorieke sleurde de Uilen naar een voorsprong, maar we verzuimden door te drukken. Elke werd nadrukkelijk uit de wedstrijd gehouden door een geconcentreerde Monique. In het tweed kwart begon het beeld van de wedstrijd zich af te tekenen. Waar we uit hadden kunnen lopen, verzuimden we dat. Shadows deed vaak drie keer over de aanval, zodat we af en toe bijna een minuut achter elkaar aan het verdedigen waren. En van die minuut 55 seconden heel behoorlijk en met grote inzet. In voetbaltermen gesproken had Shadow verreweg het meeste balbezit. En zonder balbezit is het nu een keer niet mogelijk om uit te lopen. Toch was het goed, dat we, ook dankzij goede invalbeurten van Pau-en Marlien steeds bij bleven. Bij het begin van het derde kwart leken we even weg te springen. Een break, een score uit de press en een 3 punter van Lyet gaven ons opeens een 6 punten voorsprong. Erg sterk spel van Mo Anbergen was het antwoord van de Shadows. Goed verdedigd schoot ze er twee drietjes in. Weer gelijk.
In het vierde kwart viel al vrij snel het gat. We bleken net niet cool genoeg om de layups te maken en de beslissende rebounds te pakken. Toen het gat er was, bleven we er nadrukkelijk voor gaan, conditioneel hadden we nog wel wat te bieden, maar de Shadows raakten niet meer in paniek. En als ze de schoten misten, was er te vaak net eentje vrij om de rebound te pakken. Met groot effect.
(ik weet nog van geen eindstand, laat staan persoonlijke scores. Ik weet van persoonlijke inzet en er is geen reden om van iemand op dat vlak iets slechts te zeggen. A little sadder (we worden dus geen kampioen) and a lot wiser?)
donderdag, april 20, 2006
volleybal wel basketball niet
Glenn Pinas is opgestapt als bondscoach. Geen perspectief.
Er was een plan om met de beste jonge spelers van Nederland in de eredivisie te spelen, net als bij volleybal. Daar speelt het Nederlands U23 team als HvA in de middenmoot mee.
(Dit team heeft als belangrijkste partner de Hogeschool van Amsterdam, die weer is gefuseerd met de Universiteit. Voorwaarde voor deelname is, dat de spelers iets studeren. Sommigen zijn ALO-er, anderen studeren aan de Universiteit, sommigen doen MBO opleidingen. Allemaal worden ze geholpen met stages en studieprojecten en allemaal wonen ze vlakbij de trainingshal. Andere studenten spelen ook een rol: er zijn meer dan twintig vaste stageplekken rondom het team gecreëerd. De Teammanager is en student Sport Management, er zijn studenten van de opleiding Diëtiek ingeschakeld, er wordt onderzoek naar schoenen met de mannen gedaan. Je kunt het zo gek niet bedenken: als er ergens een link tussen studie en volleybal gelegd kan worden, dan gebeurt het hier.)
Kan dit niet bij basketball? Wat is er dan anders? Is er meer talent? Staat het volleybal nog zo in de kinderschoenen, dan? Ik denk het niet. J.W. Jansen vindt van wel. Hij laat gegevens uit diepgaand onderzoek bij de jeugd van het land spreken: Zo'n team is alleen goed genoeg voor de promotiedivisie, is het oordeel. Ja, laat naar je kijken: de eredivisie hoeft maar 3 excuus-Nederlanders meer op te stellen, volgend jaar. Je kunt dus redelijk betaalbare voormalig oostblokkers naar keuze opstellen. Over hun opleiding hoef je niet na te denken, een vangnet voor degenen die het niet halen, kost ook geld tenslotte.
Volleybal laat zich nog niet zo leiden door de wetten van het kapitalisme. Die volleybaljongens worden ook zomaar uit de lagere divisies geplukt. Aan het begin van het seizoen staan die ook op degraderen, aan het eind laten ze zien waar het voor gediend heeft. De spelers zijn beter geworden en het team blijft erin. Een mooi (secundair) resultaat van een goed (primair) proces.
Dat ik nog eens zo de loftrompet over dat duffe spelletje zou steken......
Er was een plan om met de beste jonge spelers van Nederland in de eredivisie te spelen, net als bij volleybal. Daar speelt het Nederlands U23 team als HvA in de middenmoot mee.
(Dit team heeft als belangrijkste partner de Hogeschool van Amsterdam, die weer is gefuseerd met de Universiteit. Voorwaarde voor deelname is, dat de spelers iets studeren. Sommigen zijn ALO-er, anderen studeren aan de Universiteit, sommigen doen MBO opleidingen. Allemaal worden ze geholpen met stages en studieprojecten en allemaal wonen ze vlakbij de trainingshal. Andere studenten spelen ook een rol: er zijn meer dan twintig vaste stageplekken rondom het team gecreëerd. De Teammanager is en student Sport Management, er zijn studenten van de opleiding Diëtiek ingeschakeld, er wordt onderzoek naar schoenen met de mannen gedaan. Je kunt het zo gek niet bedenken: als er ergens een link tussen studie en volleybal gelegd kan worden, dan gebeurt het hier.)
Kan dit niet bij basketball? Wat is er dan anders? Is er meer talent? Staat het volleybal nog zo in de kinderschoenen, dan? Ik denk het niet. J.W. Jansen vindt van wel. Hij laat gegevens uit diepgaand onderzoek bij de jeugd van het land spreken: Zo'n team is alleen goed genoeg voor de promotiedivisie, is het oordeel. Ja, laat naar je kijken: de eredivisie hoeft maar 3 excuus-Nederlanders meer op te stellen, volgend jaar. Je kunt dus redelijk betaalbare voormalig oostblokkers naar keuze opstellen. Over hun opleiding hoef je niet na te denken, een vangnet voor degenen die het niet halen, kost ook geld tenslotte.
Volleybal laat zich nog niet zo leiden door de wetten van het kapitalisme. Die volleybaljongens worden ook zomaar uit de lagere divisies geplukt. Aan het begin van het seizoen staan die ook op degraderen, aan het eind laten ze zien waar het voor gediend heeft. De spelers zijn beter geworden en het team blijft erin. Een mooi (secundair) resultaat van een goed (primair) proces.
Dat ik nog eens zo de loftrompet over dat duffe spelletje zou steken......
dinsdag, april 18, 2006
leuk en aardig
Niet naar Ibbenbüren geweest, deze Paas en ook niet naar en meubelboulevard. Wat hou je dan een tijd over! Ik heb wel aan de meiden gedacht, toen ik op de clinic in onze thuishal keek naar de demonstratie-Uilenmannen. Die hadden het moeilijk met passen en vangen en soms met snappen welke kant ze langs moesten komen. Bedrijfskundigen teveel in de groep? Dat is het vaak maar zo'n Noorse coach weet niet dat je het dan maar beter op kunt geven. Pal Berg had ook nogal wat regels bij z'n oefeningen en op zo'n clinic moeten de drills voorbeeldjes zijn voor het publiek. Dus ze duren niet lang, dus je hebt weinig tijd om te wennen. En dan zit ook nog half coachend Noord Nederland te kijken dus de druk is hoog. Pal Berg had aan mij ook een heel moeilijke klant gehad want hij deed oefeningen met links en rechts roepen. Ik was daar nooit goed in, zeker niet als: "Rechts is een code voor links en omgekeerd".
Nu zag ik toch volstrekt niets in zijn blinde reboundwerk. Je gaat niet met je rug naar de basket staan als je in de rebound wil. Niet in de aanvalsrebound ieg. Als communicatie oefening zag ik wel iets in z'n blinde outletpass oefening. Alleen op de stem afgaand proberen de outletman te bereiken.
De beste clinic was voor het laatst bewaard. Glenn Pinas liet zien waarom hij bondscoach had moeten blijven met een sluitend en scherp verhaal over verdedigend voetenwerk. Hij stond erg lang stil bij de allereerste stappen van de aanvallende verdediger want, zo zei hij mij uit het hart: "helpen, dat is allemaal leuk en aardig."
Nu zag ik toch volstrekt niets in zijn blinde reboundwerk. Je gaat niet met je rug naar de basket staan als je in de rebound wil. Niet in de aanvalsrebound ieg. Als communicatie oefening zag ik wel iets in z'n blinde outletpass oefening. Alleen op de stem afgaand proberen de outletman te bereiken.
De beste clinic was voor het laatst bewaard. Glenn Pinas liet zien waarom hij bondscoach had moeten blijven met een sluitend en scherp verhaal over verdedigend voetenwerk. Hij stond erg lang stil bij de allereerste stappen van de aanvallende verdediger want, zo zei hij mij uit het hart: "helpen, dat is allemaal leuk en aardig."
donderdag, april 13, 2006
nog een oud doosje


Beetje voorjaarsopruimen en dan vind je nog eens wat. Nog een oud doosje met een Dr. J. shooting glove. Daar had Erving het niet aan te danken! Aan z'n grote voeten en handen.
Het is een ouderwetse manier van schieten, die hiermee gepropageerd wordt.
In het Midwesten van de States, deden ze dat toen (nog) zo, zei men. Ik heb het geprobeerd, zo stijf naar voren drukken, boogloos. Nooit schieten geleerd op deze manier, pas na m'n serieuze speelcarrière, van mezelf. Neem van mij aan: hoe makkelijker je "aanslag", dus hoe verder je je pols naar achteren kan buigen, des te makkelijker wordt het schot.
Maar hulpmiddelen, gadgets en gimmicks zijn toch altijd leuk. Ik zal er nog wat meer op zoeken, afstoffen en af en toe presenteren.
oude doos

Vroeger, een paar decennia geleden was er nog geen Amazon.com en geen Basketball Highway. Basketballinformatie kwam van clinics en uit boeken, die je met een kaarsje moest zoeken. Meestal stond Jan Netten zaliger wel met een kraampje op zo'n clinic, maar het bleef behelpen.
De C cursus hielp. Daar kwam veel kennismateriaal vandaan, maar toen die was beëindigd, hield de stroom op. De enige mogelijkheid om regelmatig wat basketballideeën op te doen was een abonnement op Screen, een blad van de Nederlandse Basketball Coaches Organisatie. Ook al geheel in handen (schrijven, tikken, stencillen, administreren, wikkelen en verzenden) van superhobbyist Jan Netten. Daar staat nog een halfmetertje van, die ik ook al heel lang niet meer doorgebladerd heb. Wat is het internet dan toch een goede uitvinding.
Maar het summum was natuurlijk Scholastic Coach. Een Amerikaans blad, dat ook over Football, Baseball en Lacrosse ging en ook over krachttraining en sportpsychologie en dat niet in de laatste plaats een advertentie medium was voor de dames en heren Spalding, Russel, Converse, Mars, Gatorade, Brine, Cramer, Nevco e.v.a. Drie jaar heb ik een abonnement gehad. Gewacht achter de brievenbus, verslonden en gestapeld. En die stapel lag me in de weg, zodat het blad nu eindelijk haar lotsbestemming heeft ondergaan. Wat er doorgaans met zo'n blad gebeurt: het komt op school binnen en circuleert, misschien met doorstuurbriefje, onder alle coaches van alle afdelingen, zodat het steeds dunner wordt: de basketballstukkies uitgescheurd, de volleybalstukkies er tussen uit en uiteindelijk werpt de Athletic Director het, na een vluchtige blik op de overgebleven advertenties, in de papierbak. Een fijne bestemming.
Er ligt nu een flinke stapel papier geworden basketballgedachten op m'n tafel. Het zoeken is naar een mooie oude doos.
vrijdag, april 07, 2006
Anticlimax
Wedstrijd gaat niet door? We werden donderdagavond verrast door de mededeling van K'75. Teveel geblesseerden en zwangeren? Toch erg jammer, zoiets. We hadden graag tegen ze gespeeld. We hadden nog wel iets recht te zetten van vorige keer, toen we erg matig geconcentreerd uit de winterslaap waren ontwaakt.
Het was ook een leuke oefening geweest, spelen tegen een team, waarin een paar speelsters individueel nog steeds iets op ons over hebben.
We zijn een team, dat tot voor kort goed was uitgebalanceerd maar het dan ook echt van de synergie moet hebben. Nu, met het kwijtraken van Katharina, Natalie, Iris en Laura (laatstgenoemde eerst met die stomme hersenschudding, nu defintief out for the season met gebroken kuitbeen?) zijn we nog zoekende naar een nieuwe balans en naar verhouding nog meer op elkaars steun aangewezen. Voor ons team- en zelfbewustzijn is dit een heel nuttige fase. Jammer dat daar een stap wegvalt. Zeker na de in die richting uitgerolde trainingsaccenten een echte anticlimax.
Op trainen dan maar die volgende stap zetten en met Pasen, in weer andere rollen, in de wedstrijden in Ibbenbüren.
Het was ook een leuke oefening geweest, spelen tegen een team, waarin een paar speelsters individueel nog steeds iets op ons over hebben.
We zijn een team, dat tot voor kort goed was uitgebalanceerd maar het dan ook echt van de synergie moet hebben. Nu, met het kwijtraken van Katharina, Natalie, Iris en Laura (laatstgenoemde eerst met die stomme hersenschudding, nu defintief out for the season met gebroken kuitbeen?) zijn we nog zoekende naar een nieuwe balans en naar verhouding nog meer op elkaars steun aangewezen. Voor ons team- en zelfbewustzijn is dit een heel nuttige fase. Jammer dat daar een stap wegvalt. Zeker na de in die richting uitgerolde trainingsaccenten een echte anticlimax.
Op trainen dan maar die volgende stap zetten en met Pasen, in weer andere rollen, in de wedstrijden in Ibbenbüren.
Abonneren op:
Posts (Atom)